Nummer 3, 23 februari 2018

Auteur: Leo Mudde | Beeld: © Vidiphoto/ANP

Op het eerste gezicht zorgen ze voor weinig maatschappelijke onrust, de bevindelijk gereformeerden van de biblebelt. Maar schijn bedriegt. De façade van vroomheid verhult de misstanden die wel degelijk voorkomen in wat Trouw ooit de ‘refo-archipel’ noemde. En misstanden die niet zichtbaar zijn, blijven onbestraft.

Lees ook de reacties van vier burgemeesters op het onderzoek van Jan Hoekman.

Een klein jaar geleden studeerde Jan Hoekman aan de Politieacademie af als politiekundige met een onderzoek naar de politie in de Zeeuwse schakel van de biblebelt. De ondertitel luidde: ‘Een verkenning naar de uitvoering van alledaags politiewerk in een bevindelijk gereformeerde context’. Hoekman werkt nu als operationeel expert gebiedsgebonden politiezorg in Zeeuws-Vlaanderen. Hij constateert dat zowel de politie als de bevindelijk gereformeerde gemeenschap nog flink moet investeren om elkaar te leren kennen.

Inzicht

Is dat nodig? Ja, zegt Hoekman, zelf als kind opgegroeid in het milieu waarnaar hij onderzoek deed. ‘De problemen met de bevindelijk gereformeerden zijn minder groot dan de drugscriminaliteit waarmee de collega’s in Brabant te maken hebben. Maar als je het afzet tegen de ervaringen met andere gesloten gemeenschappen, dan wordt het beeld anders. De politie investeert veel om inzicht te krijgen in wat zich afspeelt in bijvoorbeeld de Turkse of Marokkaanse gemeenschap - dat betekent overigens niet dat er ook altijd goed zicht is. In de bevindelijk gereformeerde gemeenschap investeert de politie nauwelijks, dit is echt een vergeten groep. Er zijn wel wijkagenten, die fors investeren in contact, maar dit is een individuele aangelegenheid.’

Het is echt een vergeten groep

Dat ligt niet aan de samenstelling van het politieapparaat. Zoals er politiemedewerkers met een Turks- of Marokkaans-Nederlandse achtergrond zijn, zo zijn er ook agenten die afkomstig zijn uit wat ook wel de ‘SGP-kring’ wordt genoemd – naar het hoge percentage SGP-stemmers in deze kerkelijke gemeenschap. De politie heeft goede contacten met moskeeën en islamitische organisaties, maar de relatie met de predikanten in de biblebelt kan stukken beter.

Hoekman: ‘De politie richt haar aandacht vooral op de exotische bevolkingsgroepen, niet op de eigen Nederlandse gemeenschap. Het is ook een maatschappelijk rustige groep. Tot zich een incident voordoet, zoals de grootschalige visfraude door vissers uit gereformeerde dorpen. Dan staan de kranten er even vol van.’

Vuile was

Los van dit soort incidenten overheerst het beeld dat er binnen de gemeenschap een serene rust heerst. Het is daarom niet nodig daar de aandacht op te richten, omdat ze geen gevaar oplevert voor de samenleving. Dat is een misvatting, zegt Hoekman. Want criminaliteit komt ook bij de bevindelijk gereformeerden voor. Maar, en dat is het kernpunt van zijn bevindingen, de gemeenschap heeft de neiging de vuile was binnen te houden, problemen in eigen kring op te lossen en crimineel gedrag te bagatelliseren of weg te wuiven.

Harde cijfers over de criminaliteit in de biblebelt heeft Hoekman niet, maar hij kreeg tijdens zijn onderzoek genoeg signalen dat er ‘allerhande vormen van criminaliteit en overlast’ voorkomen. In een artikel in het Tijdschrift voor de Politie gaf hij onlangs een korte opsomming: brutaliteit tegen andersdenkenden en een negatieve houding ten overstaan van vluchtelingen, drank- en drugsmisbruik, baldadigheid en vernielingen, diefstallen, stalking, afluisterpraktijken, belastingontduiking en zedenmisdrijven.

Door geen aangifte te doen, houd je de criminaliteit in stand

‘Door geen aangifte te doen bij de politie, houd je dit in stand’, zegt Hoekman. ‘Dat kan ernstige gevolgen hebben en mensen levenslang beschadigen. Als de politie niet weet dat er binnen een gezin een probleem op het gebied van bijvoorbeeld huiselijk geweld speelt, kan er ook geen professionele hulp worden geboden.’

Overigens wordt soms wel aangifte gedaan. Maar vaak pas na langere tijd, als de situatie dusdanig is geëscaleerd dat ook het corrigerend vermogen van de eigen gemeenschap tekortschiet en de politie nog een laatste redmiddel is.

Het heeft ook met angst te maken, zegt Hoekman. Door naar de politie stappen, maak je jezelf in de ogen van de gemeenschap of zelfs van God te schande. ‘Toen een krant uitpakte over een misbruikzaak in Bunschoten, vroeg iemand zich af hoe vaak naar aanleiding van dat artikel de naam van God belasterd zou zijn. Die angst woog voor hem zwaarder dan de ernst van het delict.’

Dat crimineel gedrag binnen de eigen gemeenschap wordt afgeschaald tot ‘acceptabel gedrag’, was voor Hoekman een van de meest opvallende uitkomsten van zijn onderzoek. Vooral omdat er met twee maten wordt gemeten: maakt iemand van buiten de gemeenschap zich schuldig aan hetzelfde gedrag, dan wordt dat wél bij de politie gemeld.

Beeldvorming

En dan is er nog de beeldvorming waar de biblebelt last van heeft en de gemeenschap in het defensief dringt, wat ook niet bevorderlijk is voor het proces om als ‘normaal’ gezien te worden. Als voorbeeld noemt Hoekman de bestseller Knielen op een bed violen van Jan Siebelink. ‘Mooi geschreven, maar volstrekte fictie. De mensen hier in Zeeland herkennen het beeld dat daarin van de gereformeerde gemeenschap wordt geschetst, volstrekt niet. Het boek heeft mensen echt boos gemaakt. Daarentegen is er voor de boeken van Franca Treur, uit Zeeland afkomstig, wel waardering, ook al heeft ze gebroken met haar milieu.’

De kerk kan onze partner zijn

De bevindelijk gereformeerden blijven een aparte groep die aparte aandacht nodig heeft. Als de mensen niet uit zichzelf naar de politie komen, moet de politie naar hen toe. ‘Zoals we ook outreachend werken richting de LHBT-gemeenschap, zo zouden we dat ook moeten doen naar deze groep’, vindt Hoekman.

Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de wijkagent. Die kan zelf de contacten zoeken, het gesprek aangaan met sleutelfiguren zoals de predikant en de schooldirecteur, jeugdverenigingen bezoeken. De gemeenschap staat open voor die contacten, zegt Hoekman. ‘We moeten de rol van de kerk niet onderschatten, ze kan onze partner zijn. Maar ze moet wel deskundig zijn en professioneel opereren.’

Kennis

Daarnaast moet de politie investeren in kennis over de gemeenschap. Nu denken agenten nog te veel in stereotypen als ‘refo’s kijken geen tv, gebruiken geen computer en gaan naar de zwartekousenkerk’. Hoekman: ‘De afgelopen twintig jaar is veel veranderd. Vooral de jeugd verandert mee, daarin verschilt de gereformeerde jeugd niet veel van anderen, al ging het misschien wat minder snel. Smartphones, laptops en tv-programma’s zijn geen taboes meer. De ouderen blijven overigens wel achter, die zijn nog opgegroeid met het taboe op televisie, moderne literatuur en andere kranten dan het Reformatorisch Dagblad.’