Wmo en inkomen, analyse en advies
Een gemeente mag op basis van art. 15-18 van de Wmo een eigen bijdrage vragen voor een voorziening. Algemene inkomensgrenzen stellen mag niet, maar in hoeverre kan een gemeente rekening houden met de financiële omstandigheden van de aanvrager?
Recente jurisprudentie lijkt duidelijkheid te scheppen, maar geeft nog onvoldoende uitsluitsel. In de ledenbrief 'Inkomensgrenzen in de Wmo' geeft de VNG uitleg en advies.
- Volledig bericht (31 januari 2012)
Jurisprudentieoverzichten
1. Recente jurisprudentie (2e halfjaar 2012)
Uit juridisch Wmo-oogpunt bracht de jurisprudentie uit de tweede helft van 2012 weinig opzienbarende uitspraken. Er werd veel voortgeborduurd op eerdere uitspraken.
Op de valreep deed de rechtbank van Arnhem medio december nog een interessante uitspraak over de ruimte die gemeenten hebben om de financiële zelfredzaamheid van aanvragers te betrekken bij de beoordeling. Maar deze uitspraak maakt geen einde aan de onduidelijkheid op dit punt.
Verder werd duidelijk dat gemeenten geen lijst met voorzieningen die 'algemeen gebruikelijk' zijn mogen hanteren. Zij moeten altijd nagaan of de voorziening in de situatie van de aanvrager ook algemeen gebruikelijk is. Bij algemene voorzieningen als een boodschappendienst of een maaltijdvoorziening beoordeelt de rechter ook of het gebruik van deze voorzieningen in de situatie van de belanghebbende financieel wel haalbaar is.
2. Jurisprudentie 1e halfjaar 2012
De reikwijdte van de compensatieplicht, inkomensgrenzen en andere financiële voorwaarden zoals een besparingsbijdrage: dat waren de meest opvallende onderwerpen van recente uitspraken in Wmo-zaken.
De VNG heeft een samenvatting gemaakt van de belangrijkste jurisprudentie. De meeste uitspraken zijn afkomstig van de Centrale Raad van Beroep.
3. Jurisprudentie benadrukt maatwerk en zorgvuldig onderzoek
De Wmo-compensatieplicht heeft zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van de burger tot doel. Zorgvuldig onderzoek naar individuele behoeften en omstandighenden zijn daartoe onontbeerlijk. Een besluit moet immers leiden tot maatwerk.
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) benadrukt de resultaatsverplichting van art. 4 van de Wmo. De VNG heeft eind 2009 een selectie gemaakt uit eerste CRvB-jurisprudentie over de Wmo. We hebben de teksten samengevat en voorzien van commentaar.
N.B.: zie ook
- Wmo-jurisprudentie 2010 (tot juli) (pdf)