VNG Magazine nummer 9, 24 mei 2019
Auteur: Marten Muskee | Beeld: Ruben Schipper
De noodkreet van de VNG over de tekorten in de jeugdhulp is wethouder Hans van Daalen (CU) van Barneveld uit het hart gegrepen. Hij heeft een structureel gat van vier miljoen euro te dichten, de lokale alternatieve varianten op het hulpaanbod en de grote sociale cohesie ten spijt.
Driekwart van de gemeenten is veel meer geld kwijt aan de jeugdzorg dan begroot. In Barneveld is dat niet anders. Globaal genomen heeft deze gemeente zeventien miljoen euro te besteden aan jeugdhulp met daarbij dus een structureel tekort van vier miljoen euro. ‘Dat is best een stevig bedrag’, aldus wethouder Hans van Daalen (CU), die ervan uitgaat dat het Rijk met een stevige structurele compensatie komt. Ondertussen probeert de gemeente de groeiende vraag naar jeugdhulp met en vanuit de samenleving op te vangen.
Hoe gaat Barneveld om met een gat van vier miljoen euro?
‘Daar denken we hard over na bij de voorbereiding van de begroting voor volgend jaar. We zijn dan ook erg benieuwd naar wat het Rijk gaat doen op dit front. Onze verwachting is dat minister De Jonge toch echt wel met extra geld komt. Hij geeft gelukkig enkele signalen daar hard aan te werken. De transitie van het sociaal domein werd in 2015 met een korting van 450 miljoen euro doorgevoerd. Ik ben vanaf 2010 wethouder in Barneveld en heb de invoering begeleid. Die korting is, omgeslagen, het bedrag dat Barneveld tekortkomt.’
Hoe verklaart u dat tekort?
‘Barneveld heeft Jeugddorp De Glind waar 120 kinderen wonen die via jeugdzorg in gezinshuizen zijn geplaatst. Dat zijn kinderen die trauma’s hebben opgelopen waardoor ze niet in een gewoon pleeggezin terechtkunnen. In de gezinshuizen werken speciaal daarvoor opgeleide gezinsouders. De setting van het dorp vormt een extra positieve factor voor de kinderen omdat het overzichtelijk is. De zeshonderd inwoners kennen elkaar en kunnen ingrijpen als er iets met een kind op straat aan de hand is. Ze creëren een plek van rust en voorspelbaarheid. Het jeugddorp bestaat al meer dan honderd jaar en wordt gefinancierd vanuit regionale afspraken waarbij de middelen in Barneveld terechtkomen. We krijgen daar wel wat extra geld voor, maar bij lange na niet genoeg. Een groot deel van die vier miljoen euro zit in het tekort dat we op De Glind hebben.’
Allerlei andere kosten dalen bij de gemeente neer
Het vermaledijde woonplaatsbeginsel?
‘Klopt, wij maken ons al lange tijd hard voor het aanpassen van het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet. Nu is het nog zo dat de gemeente waar het kind woont financieel verantwoordelijk is, in ons geval Barneveld. Wij pleiten ervoor dat de gemeente van herkomst financieel verantwoordelijk blijft tot een kind achttien jaar is. Inhoudelijke reden daarvoor is dat een kind ergens vandaan komt en daar zijn sociale omgeving heeft. Dat is iets waar we gebruik van moeten blijven maken. Dan moet het niet zo zijn dat het om financiële redenen aantrekkelijk is om een kind naar een andere gemeente over te laten gaan. Dat is een verkeerde prikkel. Afgesproken is dat per 2021 de gemeente van herkomst financieel verantwoordelijk blijft. Dat zou voor ons al een reparatie kunnen betekenen van het structurele tekort dat we hebben, maar niet helemaal. In de praktijk merken we dat, los van de jeugdhulp in De Glind, allerlei andere kosten bij de gemeente neerdalen. Denk daarbij aan het leerlingenvervoer en als ze achttien worden, is Barneveld verantwoordelijk voor een uitkering en eventueel een beschermdwonenplek.’
Sinds de jeugdzorg in 2015 de verantwoordelijkheid van de gemeenten werd, is het aantal jongeren dat er gebruik van maakt met 12 procent gegroeid. Ook in Barneveld, buiten De Glind om?
‘Dat klopt wel ongeveer. Barneveld is een dynamische groeigemeente, dat maakt dat op het sociaal domein zaken meegroeien. Wij gaan uit van de kracht van de samenleving en doen veel dingen samen met allerlei organisaties en inwoners. Dat zie je in alle negen dorpen terug, het omzien naar elkaar zit in de haarvaten van de samenleving. Barneveld heeft net een nieuw beleidsplan sociaal domein vastgesteld onder de naam Mensen voorop. Dat gaat uit van de sociale component als spil van de samenleving.’
Hoe werkt dat in de praktijk?
‘Een goed voorbeeld is de Barneveldse variant op de forse bezuinigingen die het Rijk op de huishoudelijke hulp invoerde. Wij hebben die bezuinigingen niet een op een doorgevoerd, maar samen met de organisaties een nieuw systeem bedacht. Daarin legt de gemeente meer verantwoordelijkheid bij de organisaties. Zij beoordelen of iemand in aanmerking komt voor huishoudelijke hulp en de gemeente draagt een vast bedrag per inwoner af. Het is aan de organisaties om te bepalen welke hulp iemand krijgt en hoeveel uur per week. We zijn het erover eens dat een huis schoon hoort te zijn. Over de vraag hoe dat huis er dan moet uitzien, maken ze afspraken met elkaar. Barneveld heeft een tevredenheidscijfer van 8,3 voor de hulp bij het huishouden.’
Hoe zet u die sociale component in bij de jeugdhulp?
‘We proberen de groeiende vraag naar jeugdhulp met en vanuit de samenleving op te vangen. Er zijn veel vrijwilligers betrokken, ook bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. Zo werken we met Home-Start waarin vrijwilligers andere gezinnen over en weer helpen. Nu gemeenten over jeugdzorg gaan, staat de zorg dichter bij de inwoners. Dat is heel goed. Op die manier zijn we er eerder bij als er iets aan de hand is en hoeft het niet te escaleren. Aan de andere kant schept dit laagdrempelige aanbod ook een vraag, dus die stijging vind ik helemaal niet raar.
Het omzien naar elkaar zit in de haarvaten van de samenleving
'Toen gemeenten de verantwoordelijkheid voor jeugdzorg overnamen, koos Barneveld niet voor de werkwijze met wijkteams. Het CJG functioneerde hier al goed en had in de samenleving zijn plek gevonden. Het centrum kreeg een nog prominentere plek, waar inwoners laagdrempelig en zonder beschikking van de gemeente snel hulp kunnen krijgen. Als er zwaardere hulp nodig is, zetten we medewerkers in die daar verstand van hebben, de zogeheten gespreksvoerders. Die gaan in gesprek met de inwoners om te kijken wat nodig is. Ook dat systeem functioneert goed, we krijgen positieve reacties van aanbieders, inwoners en de Adviesraad Sociaal Domein. Het sluit goed aan bij wat in Barneveld nodig is. Een dwarsdoorsnede van de inwoners komt bij het CJG en volgt er bijvoorbeeld cursussen. Er wordt veel aangeboden, ook in de preventieve sfeer zoals het versterken van relaties, waardoor echtscheidingen kunnen worden voorkomen. Maar ook voor het ondersteunen van pleeggezinnen of voor kinderen met autisme, veel zaken worden collectief aangeboden.’
Het centrum zet zich zelfs in om echtscheidingen te voorkomen?
‘We hebben van het versterken van de relatie van echtparen een apart thema gemaakt bij het CJG. Barneveld startte de Maak je hart voor je relatie-campagne. Kinderen zijn erbij gebaat als ouders op een goede manier met elkaar omgaan. Dat vraagt om een duurzame relatie. Op die campagne krijgen we naast veel positieve reacties ook wel de kritiek dat de gemeente zich daar niet mee moet bemoeien. Als mensen willen scheiden, moeten ze dat doen, daar ben ik het helemaal mee eens. Maar het aantal echtscheidingen is hoog en stijgt, het effect daarvan op kinderen is groot. In het coalitieakkoord is afgesproken dat we vanuit een positieve insteek inzetten op het voorkomen van echtscheidingen. Dit door de inwoners te helpen bij een duurzame relatie in het belang van kinderen en henzelf.’
Heeft u met die sociale dimensie, het voor elkaar klaarstaan, goud in handen?
‘Zeker, en dat gegeven vormt onderdeel van de transformatie van zorg. We moeten toe naar andere oplossingen, kinderen hoeven niet altijd gelijk doorgestuurd te worden naar de jeugd-ggz. Soms kan op andere manieren ondersteuning worden geboden. Wij zien de laatste jaren veel jongetjes tussen zeven en negen jaar oud doorgestuurd worden naar de jeugd-ggz. Op die leeftijd zijn ze druk en moeten ze hun energie kwijt, daar hoeft wat mij betreft niet gelijk een etiketje op te worden geplakt. Met de inzet van vrijwilligers kan een gezin ook blijven draaien en een lastige periode doorstaan. Vinden we het als samenleving normaal om gelijk in termen van jeugdhulp te denken? Het is de samenleving die dit patroon neerlegt als iedereen vindt dat een kind aan bepaalde normen en voorwaarden moet voldoen. Ja, dan wordt het lastig als een kind daarvan afwijkt.’
Met steun uit Den Haag kunnen we de begroting hopelijk sluitend maken
Houdt u rekening met een compensatie voor de tekorten in het sociaal domein?
‘Wij gaan ervan uit dat er in ieder geval een stevige structurele compensatie komt. Barneveld zet zich keihard in voor de jeugdzorg en we nodigen de minister van harte uit te komen kijken wat dat in de praktijk betekent. Inwoners zijn betrokken en er wordt veel werk verzet met vrijwilligers met hart voor de zaak. Het staat voldoende vast dat gemeenten geld tekortkomen. Barneveld deed overigens als een van de 26 gemeenten mee aan het onderzoek van de minister naar de jeugdzorgtekorten in gemeenten.’
Raken door de overbesteding op de jeugdzorg andere essentiële investeringen in de knel of stijgen de lasten voor de inwoners?
‘Dat is prematuur, die discussie moeten we nog aangaan met de gemeenteraad. We presenteren in juni de kadernota, het college heeft de opgave die financieel sluitend te maken binnen een jaar of twee. De provincie wees ons daar ook al fijntjes op. Met steun uit Den Haag kunnen we de begroting hopelijk sluitend maken, anders moeten we ofwel bezuinigen of de inkomsten verhogen. Dan wordt bijvoorbeeld bezuinigd op het onderhoud van wegen, een desinvestering want dat komt op termijn keihard terug. Of we moeten de aanleg van de rondweg die dringend nodig is, uitstellen. Dan loopt het verkeer echter nog meer vast dan nu al het geval is. Er zijn geen gemakkelijke keuzes voorhanden om de financiële situatie sluitend te maken. Overigens houdt het een keer op binnen het sociaal domein. We zijn bezig met transformatieprojecten voor de jeugdhulp. Daarbij proberen we zaken anders aan te pakken met lichtere zorg en demedicalisering, maar daar gaan we geen gat van vier miljoen mee dichten.’
Er is behoefte aan meer inzicht in de kostenstijgingen. De meeste zorgaanbieders zien hun omzet de afgelopen jaren dalen, terwijl de kosten voor gemeenten stijgen. Waar gaat dat geld heen?
‘Dat verschilt per gemeente, er is niet één oorzaak. Wat we wel zien, is dat de kosten voor de zwaardere jeugdhulp stijgen, maar dat het aantal cliënten dat we daarnaartoe doorverwijzen behoorlijk afneemt. We verwijzen aan de voorkant niet door naar zware hulp als het niet nodig is. Vervolgens constateren wij dat kinderen die er nog wel gebruik van maken, langere trajecten doorlopen. Dus per saldo stijgen de kosten en dat roept de nodige vraagtekens op. Sinds een paar maanden hebben we beter zicht op de cijfers van de jeugdhulp. Dat helpt ons tot op kindniveau beter te analyseren welke hulp is geboden en voor hoelang.’