VNG Magazine nummer 12, 24 augustus 2018

Auteur: Cindy Castricum

Op initiatief van Jantine Kriens, algemeen directeur van de VNG, interviewde communicatie-expert Guido Rijnja tien lokaal bestuurders en gemeentesecretarissen. In VNG Magazine van 24 augustus 2018 is een verkorte versie opgenomen van het interview met Hanne van Aart, sinds november 2017 burgemeester van Loon op Zand en eerder gemeenteraadslid en wethouder in Heusden. 

De tien interviews worden de komende weken gepubliceerd op de website van de VNG. Wilt u reageren op een van de interviews of heeft u zelf een verhaal dat u wilt delen? Dat kan via een reactie onder elk interview.

Een keten van verhalen: Jantine Kriens en Guido Rijnja over het project

‘Het is steeds duidelijker dat het de ménsen zijn die in het lokaal bestuur het verschil maken. Je moet er als burgemeester of wethouder echt staan en kunnen aangeven waarom je bepaalde zaken doet en op welke manier. Politieke partijen staan minder dan vroeger achter hun bestuurders, zij moeten het in steeds grotere mate zelf doen.’ 

Aan het woord is Jantine Kriens, algemeen directeur van de VNG. Op haar initiatief heeft communicatie-expert Guido Rijnja tien interviews gehouden met bestuurders en gemeentesecretarissen. Kriens: ‘Overal in het lokaal bestuur brengen mensen door hun eigen inzet veranderingen tot stand. We zijn op zoek gegaan naar hun drijfveren door met hen in gesprek te gaan. De uitkomsten van deze gesprekken inspireren anderen, zo hopen we.’

Ervaring

De tien geïnterviewden zijn vooraf gevraagd na te denken over een ‘pregnante ervaring’, zoals Kriens en Rijnja het noemen. Zo bracht Asje van Dijk, burgemeester van Barneveld, de eiercrisis van vorig jaar in en blikt Mariska ten Heuw, wethouder in Hengelo, terug op problemen met de sociale werkvoorziening. ‘Tijdens de interviews vertelde men steeds aan de hand van zo’n ervaring wat ze hebben gedaan. Vervolgens pelden we af: waar haal je dat vandaan, wat en wie beweegt je?’ licht Rijnja toe. ‘Ik probeerde ze hun verhaal te laten vertellen, wat soms best lastig was, want weet je altijd wel waarom je doet wat je doet?’

Kriens vult aan: ‘Het kunnen vertellen is minstens zo belangrijk als dat je kennis in huis hebt. Je moet er als politiek bestuurder persoonlijk staan.’ Zelf heeft ze daar de nodige ervaring mee. Kriens was, voordat ze in 2013 bij de VNG kwam, zowel wethouder als ambtenaar in Rotterdam. ‘Wethouder ben je 24 uur per dag, dat is echt anders dan de ambtenarij’, zegt ze. ‘En dat voel je ook. Als je op de markt loopt en een vraag krijgt, moet je daar als wethouder op reageren en niet als Jantine Kriens.’

Verschil maken hoeft niet per se te betekenen dat iets beter is dan het was

Wie bepaalt nu dat iemand het verschil maakt, waar meet je dat aan af? ‘Verschil maken hoeft niet per se te betekenen dat iets beter is dan het was’, zegt Kriens. ‘Het gaat er ook om dat iemand een zet weet te doen, waardoor mensen opeens vanuit een ander perspectief naar de werkelijkheid kunnen kijken.’

Als voorbeeld noemt ze Ahmed Aboutaleb, die als burgemeester van Rotterdam de juiste snaar wist te raken na de aanslag op de redactie van het Franse tijdschrift Charlie Hebdo (‘Als je het hier niet zit zitten, rot je maar op’, zei Aboutaleb). ‘Op zo’n moment zie je dat er iets gebeurt met mensen. Dat is precies wat een bestuurder moet doen. Geen beleidsnota schrijven, maar iets op de juiste manier verwoorden om mensen in het verhaal mee te nemen.’

Twijfel

Twijfel komt volgens Rijnja in meerdere interviews terug. ‘Dat begrip heeft al snel een negatieve connotatie, maar uit de gesprekken blijkt juist hoe krachtig het kan zijn als je je afwegingen kunt openbaren en nieuwe perspectieven kunt helpen ontdekken.’

Aboutaleb is daar heel open over. ‘Eigenlijk twijfel ik voortdurend’, zo tekende Rijnja op uit Aboutalebs mond. ‘Mijn kamer op het stadhuis is geen besluitvormingsfabriek.’ De Rotterdamse burgemeester zegt vaak tegen zijn staf dat hij er nog eens over wil nadenken of iemand erover wil consulteren voordat hij antwoord geeft. ‘Als we geen twijfel kennen in ons metier, kun je net zo goed een computer neerzetten.’ 

De gesprekspartners zijn beslist niet wetenschappelijk onderbouwd geselecteerd, benadrukt Kriens. Sterker nog, het hadden ook 150 anderen kunnen zijn. ‘Ik zou het mooi vinden als dit het begin is van een keten van verhalen.’