Iedereen doet mee - goede voorbeelden

Als je samen zit met verschillende disciplines, werkt het als een olievlek.

 

Hoe maak je drempels en schotten zichtbaar waar mensen met een beperking tegenaan lopen in je gemeente? Door ervaringsdeskundigen aan het woord te laten. De gemeente Krimpen aan den IJssel organiseert daarvoor regelmatig Inclusietafels. Wat voor wensen brengen zij mee aan tafel?

Het maakt niet uit wat voor beperking, religie, leeftijd, culturele achtergrond of gender je hebt. In Koplopergemeente Krimpen aan den IJssel moet iedereen mee kunnen doen. Om de vinger aan de pols te houden in de samenleving heeft de gemeente een netwerk opgezet van ambassadeurs (ervaringsdeskundigen) en koplopers (organisaties die enthousiast werken aan een inclusief Krimpen aan den IJssel). Ze komen regelmatig samen aan Inclusietafels, waar ze in contact komen met wethouders en ambtenaren.

Het contact tussen al die verschillende doelgroepen werkt heel goed, stelt Karin Pattikawa, regisseur activiteiten van Synerkri, een organisatie die een impuls geeft aan sport en cultuur in de gemeente, en een van de koplopers. “Als je samen zit met verschillende disciplines, werkt het als een olievlek. Je neemt input mee naar je eigen organisatie waar het zich verder verspreidt onder de collega’s.”

FC Krimpen

Het begon allemaal met autisme. Om een onbekende reden kent de Zuid-Hollandse gemeente een bovengemiddeld aantal mensen met een vorm van autisme. In 2015 startte de gemeente het project ‘Kracht van Krimpen’ om samen met autistische inwoners te kijken naar wat zij nodig hebben aan ondersteuning om optimaal mee te kunnen doen en zich prettig en gelukkig te voelen. Een van de dingen die naar voren kwam was de vraag naar sport. Synerkri ging daarmee aan de slag. Karin: “We zijn zo’n vier jaar geleden bijvoorbeeld gestart met de vraag vanuit autistische jongens die wilden voetballen. Dat heeft geleid tot de oprichting van een autistische elftal: FC Krimpen. Die jongens spelen nu wedstrijden tegen andere autistische elftallen.”
Daan  van Haaster werd uit dat project de eerste ambassadeur. Hij vergaderde regelmatig met wethouder en ambtenaren en mocht zijn persoonlijke verhaal vertellen voor de gemeenteraad. Uiteindelijk startte uit die vergaderingen de eerste Inclusietafel, waar ook andere beperkingen ter tafel kwamen. Maar ook autisme staat nog steeds hoog op de agenda. “Het is bijvoorbeeld heel moeilijk om hulp te zoeken”, vertelt Daan. “Als je iets wilt regelen moet je langs verschillende instanties en informatiepunten. We hebben één informatiepunt nodig. Ook zijn er problemen met huisvesting voor begeleid wonen.”
Daarnaast is voor veel mensen met autisme het vinden van werk lastig. Ook voor Daan, ondanks zijn twee universitaire opleidingen en een promotie. Hij werkt nu als servicemedewerker en controleert meetapparaten. “Ik wil werkgevers er meer bewust van maken dat mensen met een vorm van autisme best kunnen werken. Er is nog veel onwetendheid, ze krijgen nog steeds een bepaalde stempel. Terwijl er zoveel vormen van autisme zijn. Zelf twijfel ik ook op sollicitatiegesprekken: kan ik het wel of niet zeggen? Mijn doel is om werkgevers bij elkaar te krijgen en ze te informeren dat autisme niet alleen een probleem is.”

De normaalste zaak 

Corien Delger is sinds een jaar ambassadeur mobiliteit. Ze zit door een bindweefselaandoening in een rolstoel. “Ik wil graag dat er meer gekeken wordt dat alles toegankelijk wordt in Krimpen, ook voor kinderen in een rolstoel.”
Corien kwam via Facebook in contact met de gemeente. Ze zag een filmpje op Facebook over hoe Rotterdam bezig is rolstoelvriendelijker te worden. Daarin tagde ze burgemeester Martijn Vroom met de vraag of Krimpen ook niet meer rolstoelvriendelijker kan worden. “Hij antwoordde toen: als jij het regelt ga ik mee”, vertelt ze. “Zo zijn we in januari 2017 met burgemeester en wethouder, allebei in een elektrische rolstoel, op pad gegaan om te kijken naar knoppen bij deuren om toegang te krijgen bij winkelcentrum, naar lantarenpalen op straat, naar hellingen. In maart gaan we weer een rondje doen, nu met alle wethouders. Het is best wel grappig om te zien wat ze allemaal ontdekken. Het heeft de nodige media-aandacht opgeleverd.”

Hoogbegaafde kinderen

Sinds kort is ook Barbara aangesloten, moeder van een hoogbegaafde dochter van zes. “In Krimpen zijn niet veel voorzieningen voor hoogbegaafde kinderen, zeker niet op het gebied van onderwijs. Mijn dochter is 6 jaar. Omdat er geen goed onderwijs is in de buurt, hebben we uiteindelijk voor haar een goede school gevonden, maar die is helemaal in Oudewater. Ik wil dat hoogbegaafde kinderen serieus worden genomen als aparte doelgroep. Ze kunnen zoveel maar zonder juist onderwijs komt het er niet uit.”

Gelijkheid voor iedereen

Ook nieuw in het ambassadeursnetwerk is Leon Houtzager, VVD burgerraadslid en ambassadeur LHBTI. “We zijn Koplopergemeente. Ik vind dat we als Krimpen nu de volgende stap moeten maken en een Regenbooggemeente worden. Inclusiviteit betekent gelijkheid voor iedereen, dus ook voor degenen met een andere seksuele geaardheid. Het gaat om stukje acceptatie dat er niet is. Sommige bedrijven willen niet ‘zulke mensen’ aannemen, of je wordt op straat aangekeken. Ik ben zelf getrouwd met een man, maar ga niet in Krimpen hand in hand op straat lopen. Ik heb gewoon geen zin in problemen. Daar moet je als homo hier rekening mee houden. Je gaat je toch gedragen naar je omgeving. Krimpen is toch deel van de bible belt. In de nieuwe coalitie is er gelukkig veel meer bespreekbaar. Er waait een nieuwe wind in Krimpen.”

Kracht van het netwerk

Onder meer dankzij het nauwe contact dat de gemeente heeft met de ambassadeurs. Dat is de kracht van het netwerk, vindt Leon. “Wethouders zien soms niet wat er echt speelt. Pas als je mensen spreekt leer je dat. Dan komt het dichterbij en ontstaat er begrip.” Dat beaamt Maria Huisman, beleidsmedewerker en aanjager van inclusie binnen de gemeente. “Dankzij de samenwerking met de ambassadeurs krijgen we als gemeente beter inzicht in waar mensen tegenaanlopen. Zonder hun input weten wij als gemeente gewoon niet wat er komt kijken bij de dagelijkse praktijk als je een beperking hebt. We hebben elkaar nodig, dat is de kracht van dit project. Eigenlijk willen we het geen project noemen maar moet dit normaal beleid worden.”