VNG Magazine nummer 16, 25 oktober 2019
Tekst: Ana Karadarevic
Hoe krijgen kwetsbare inwoners de juiste zorg om het probleem op te lossen dat zij zelf hebben geformuleerd, en hoe houden zij vervolgens de regie hierover? Helmond lijkt de heilige graal te hebben gevonden door het ondersteuningsplan te combineren met OZOverbindzorg. Maar om het écht goed te doen, is hulp van het Rijk welkom.
Wethouder Harrie van Dijk (Lokaal Sterk), verantwoordelijk voor Zorg en Welzijn in Helmond, wil een ding vooropstellen: ‘We vinden het belangrijk dat iedere inwoner kan meedoen, rondkomen en vooruitkomen. Daar zetten wij op in.’ Zo nodig koppelt Helmond de Wmo, Jeugdzorg en andere regelingen aan elkaar, die allemaal onder de gemeente vallen sinds de decentralisatie van zorgtaken naar gemeenten.
Transformatiefase
De eerste stap in de decentralisatie was de transitie; onder meer wetten en financiën werden overgeheveld naar de gemeenten. Inmiddels bevinden de gemeenten zich in de transformatiefase, waarbij het vooral draait om verandering van gedrag van professionals én verandering in cultuur. Helmond denkt een manier te hebben gevonden om dit voor elkaar te krijgen, door inzet van het ondersteuningsplan in combinatie met OZOverbindzorg.
‘Wat vindt de cliënt echt belangrijk? Welk probleem moet wat hem betreft opgelost worden en hoe kan de gemeente daarbij een rol spelen? Op basis daarvan stellen we een ondersteuningsplan op’, vertelt projectleider Willie van Eijs.
Het ondersteuningsplan is een gegeven voor mensen die gebruikmaken van zorg vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz), maar hoe zorgt de gemeente ervoor dat de cliënt hierin de leiding neemt en de regie over zijn plan houdt? Van Eijs zette in opdracht van de gemeente haar tanden in deze kwestie.
Excelbestand
In eerste instantie knutselde de projectleider een Excelbestand in elkaar, maar dat bleek in de praktijk niet handig. Er was een systeem nodig waarmee cliënt en professional gemakkelijk konden werken. ‘Ik ging in gesprek met ICT-leveranciers, maar elk voorstel dat zij deden, was bedacht met de organisatie als uitgangspunt. De cliënt kreeg hierbij misschien toegang tot het systeem. Ik wilde juist dat het systeem rond de cliënt zou draaien.’
Van Eijs kwam in contact met OZOverbindzorg en deze organisatie bleek de oplossing te hebben.
Geen digitaal patiëntendossier
OZOverbindzorg is een digitaal platform voor communicatie voor zorgverleners, dat aangestuurd wordt door cliënten. Het is geen digitaal patiëntendossier, volgens de initiatiefnemers, maar een instrument om informatie tussen verschillende schakels in de zorgketen uit te wisselen. OZOverbindzorg belooft kortere lijntjes tussen de betrokken professionals, waardoor zij gerichter kunnen werken aan de beste zorg voor de individuele cliënt.
Het platform ging in 2013 van start, als project van zorgverleners in Luttenberg en Mariënheem voor kwetsbare 75-plussers, en is inmiddels operationeel in meerdere regio’s met in totaal 2 miljoen inwoners. Het platform won de Nationale Zorginnovatieprijs 2019.
Helmond behoort tot het groeiend aantal gemeenten die gebruikmaken van het communicatieplatform. Dankzij OZOverbindzorg hebben ambtenaren een online platform waar zij het ondersteuningsplan, dat zij opstellen met de inwoner, kunnen verwerken, monitoren en waar zij met elkaar kunnen communiceren.
‘Het is nadrukkelijk het plan van de inwoner en de organisatie kijkt mee’, zegt Van Eijs. Omdat de cliënt de controle houdt over zijn eigen ondersteuningsplan in OZOverbindzorg, voldoet Helmond met zijn werkwijze aan de AVG-privacyregels.
Normen en waarden
Het gebruik van het ondersteuningsplan in combinatie met OZOverbindzorg leidt tot een cultuurverandering, aldus de projectleider. De werkwijze in Helmond zet veel meer in gang dan alleen een andere manier van werken van betrokken professionals van binnen en buiten de gemeente. ‘Mensen laten hun waarden en normen thuis, want we willen dat de cliënt zelf bepaalt welk probleem hij wil oplossen.’
Een ambtenaar die een inwoner met een zorgvraag bezoekt, kan denken dat diens huis rommelig is. Maar de mening van de professional doet er in dit geval nadrukkelijk niet toe, hij is er om het probleem dat de cliënt formuleert, op te lossen. Als die vindt dat het probleem zijn penibele financiële situatie is, dan gaat de ambtenaar daarmee aan de slag.
Het interessante is: OZOverbindzorg houdt de ambtenaar en medewerkers van andere instanties bij de les door te monitoren. De sociaal werker en de inwoner stellen een individueel ondersteuningsplan op, vervolgens vergelijkt het systeem de concrete maatregelen die de professional neemt met de gestelde doelen en geeft een signaal af wanneer deze twee uit de pas lopen. Van Eijs: ‘Als de betrokken professionals gaan werken aan het domein “wonen” terwijl de cliënt iets anders heeft genoemd als probleem, wijst het platform de betrokkenen hierop zodat de professionals hun manier van werken kunnen aanpassen.’
Het ultieme doel van de werkwijze van Helmond is dat niet de symptomen worden aangepakt, maar de oorzaken van de problemen van zorgvragers, aldus wethouder Van Dijk. ‘Iemand die de gemeente benadert omdat hij wordt beperkt in zijn functioneren door fysieke klachten, kan als onderliggend probleem te kampen hebben met bijvoorbeeld een forse schuld. We proberen daar vervolgens iets aan te doen, en niet alleen zorg te regelen.’
Ander voorbeeld: gezinnen die worstelen met de opvoeding van een kind hebben vaak te maken met meerdere problemen. In die situatie kan het zinniger zijn om de onderliggende problemen aan te pakken.
Regievoerder
‘Met onze werkwijze kiezen we ervoor te ontschotten’, zegt Van Dijk. ‘We stellen een regievoerder of contactpersoon per gezin aan. Daarbij houdt het gezin zelf de regie door het ondersteuningsplan en OZOverbindzorg.’
Met behulp van OZOverbindzorg kan de gemeente continu meten of de doelstellingen van de cliënt worden behaald: is hij tevredener over zijn leven? Is hij zelfredzamer geworden? En: is het eventueel mogelijk om zorg af te schalen? Projectleider Willie van Eijs: ‘Iemand met een beperking heeft niet automatisch recht op een bepaalde dienst vanuit de Wmo of de Wlz, we kijken naar wat de cliënt zelf kan doen en waar de gemeente eventueel kan bijspringen.’
De kernvraag is wat haar betreft: levert inzet van een voorziening resultaat op, of levert het alleen de voorziening op zichzelf op? Helmond streeft naar het eerste, niet naar het tweede doel.
Samenwerking
Met haar aanpak gaat de gemeente in feite terug naar een kernbegrip van de transitie in het kader van de decentralisatie van de zorg: het keukentafelgesprek – al noemt Helmond het formeel niet zo. Een ander belangrijk begrip uit de transitie is samenwerking, zowel tussen gemeenten onderling als met zorgaanbieders. Helmond is hier een groot voorstander van. Maar voor samenwerking is een beetje hulp van de rijksoverheid nodig, stelt de wethouder. Het landschap van zorgaanbieders is complex en samenwerking is daardoor niet altijd makkelijk. Van Dijk: ‘Wat het Rijk kan doen om dit makkelijker te maken, is ervoor zorgen dat gemeenten steviger in het zadel komen te zitten om hun taken uit te voeren’.
Nut
Hij vraagt het Rijk om erkenning van het nut van de werkwijze in Helmond door de gemeente meer vrije regelruimte te gunnen om taken op het gebied van zorg te kunnen uitvoeren. Wat Helmond tegelijkertijd juist niet nodig heeft, zijn meer kortingen op de budgetten door het Rijk. Van Dijk wijst erop dat bijvoorbeeld de te lage jeugdzorgbudgetten zowel op de lange als op de korte termijn funest zijn voor zwakke inwoners. ‘Jeugdzorg is preventieve zorg. Een jongere die geen zorg krijgt, wordt ouder en ziet zijn problemen groter worden. Zorg mag geen politieke speelbal zijn.’