VNG Magazine nummer 20, 21 december 2018

Auteur: Marten Muskee | Beeld: Jiri Büller

Groningen wil al in 2035 een slimme, compleet CO2-neutrale stad zijn. Daarom wees de Europese Commissie de stad dit najaar aan als koploper in de energietransitie. De gemeente kreeg het label Lighthouse City: de stad als vuurtoren waar andere gemeenten hun koers op bepalen. Wethouder Mattias Gijsbertsen (GroenLinks) legt uit waarom Groningen bij uitstek de plek is om te laten zien hoe de energietransitie vorm te geven.


De Europese Commissie is met name gecharmeerd van de Groningse wijkaanpak om woningen gasloos te maken. Afgezet tegen het komende Klimaatakkoord liggen de ambities hoog. ‘We laten onze inwoners zien dat de stad nieuwe wegen inslaat en de gaswinning niet meer nodig heeft.’

De Europese Commissie erkent uw inspanningen met een stimuleringssubsidie van 7,6 miljoen euro. Ziet u dit als hart onder de riem?
‘Jazeker, je krijgt niet zomaar de titel Lighthouse City. Europa erkent dat we in Groningen innovatieve dingen doen op het gebied van smart cities en energie.
Gezien de aardbevingsproblematiek en gaswinning willen we juist in deze regio laten zien dat het anders kan en moet. Groningen is niet alleen een energiestad, maar ook een kennisstad.’  

Daar zullen de inwoners blij mee zijn.
‘Je hoeft hier niemand uit te leggen waarom we van het aardgas af moeten. De bevingsproblematiek zorgt voor een enorm urgentiebesef als het gaat om de energietransitie. De stad wil vooruitstrevend zijn, juist op gebied van energie. De kennis is er. De Energy Academy Europe en andere grote kennisinstellingen op het gebied van energie zijn hier gevestigd. Ook EnTranCe is een mooi voorbeeld, een proeftuin rond energie waar ondernemerschap, kennis, nieuwe technieken en innovatie samenkomen. Overigens beschikken we niet alleen over de kennisinfrastructuur, de letterlijke infrastructuur voor de gaswinning ligt er ook al.’

Er zijn wel meer gemeenten die in 2035 CO2-neutraal willen zijn.
‘We zijn geen Lighthouse City geworden omdat we zeggen in 2035 CO2-neutraal te zijn, maar om wat we concreet doen om daar te komen. Andere gemeenten hebben ook hoge doelstellingen om eerder dan 2050 CO2-neutraal te worden en dat is bewonderingswaardig. De erkenning die Groningen krijgt, is met name gebaseerd op onze wijkaanpak om tot een duurzame energievoorziening te komen. In Groningen verwachten we vrij vroeg in het komend jaar al de Energietransitieplannen (ETP’s) rond te hebben. Daarbij is de rol van de bewoners groot en dat vond de Europese Commissie interessant. Je hebt te maken met een theoretische werkelijkheid, maar het gaat ook om de werkelijkheid van het betaalbaarheidsvraagstuk. Zijn inwoners bereid te investeren, wat willen en kunnen ze aan hun huis doen? Op die werkelijkheid zijn onze ETP’s gebaseerd. We proberen de transitie heel nadrukkelijk te verbinden aan de betaalbaarheid van energie. Ons eerste warmtenet wordt verder uitgerold in een wijk met veel sociale huurwoningen, waarbij de doelstelling is dat de energierekening betaalbaar blijft.’

Je hoeft hier niemand uit te leggen waarom we van het aardgas af moeten

Wat bedoelt u eigenlijk met CO2-neutraal? Geldt dat voor alles en iedereen binnen de gemeentegrenzen?
‘Laat ik zeggen waar het niet over gaat. Het gaat niet over Groningers die op vakantie gaan naar Ibiza, dus niet over mobiliteit buiten de stad. Het gaat ook niet over producten die we in de stad gebruiken, maar die elders worden gemaakt. Het gaat wel over productie en mobiliteit binnen de stad. We wilden eerst energieneutraal worden in 2035, maar dat lukt niet omdat we niet alle benodigde energie duurzaam in de eigen stad kunnen opwekken. Bovendien is dat streven een beetje uit de tijd. Parijs gaat over CO2-neutraal, er is geen tekort aan energie, er is een probleem met CO2.’

Kunt u al iets zeggen over de maatschappelijke kosten en baten van de transitie?
‘Berekend is dat er 2500 arbeidsjaren aan tijdelijke, directe werkgelegenheid voor de bouwsector kunnen ontstaan door de energietransitie. Daar komt bij dat we onze energievoorziening lokaal gaan organiseren. Daardoor lekt veel minder geld weg uit deze regio. Dat geld, we hebben het over grote bedragen, houden we in onze lokale economie. Verder is het zo dat we vooroplopen in de ontwikkelingen en kennis hebben, dat heeft waarde die onze bedrijven en kennisinstellingen kunnen vermarkten. Ook kunnen we door onze voorloperrol gebruikmaken van allerlei gunstige regelingen. Naast die financiële effecten is de praktische consequentie natuurlijk dat onze inwoners sneller in een duurzaam huis wonen.’

In de plannen voor de wijk van de toekomst wordt gesproken over energieopwekkende gebouwen en wijkcentrales. Wat zijn dat?
‘We willen de energiepositiviteit van het ene gebouw dat meer energie levert dan het zelf nodig heeft, verbinden aan het gebouw waarin het heel moeilijk is om tot neutraliteit te komen. Dit kunnen we op wijkniveau doen en daarmee ben je af van de noodzaak om elk individueel pand energieneutraal te krijgen. Dat scheelt investeringen en maakt het mogelijk om groepen inwoners die de investeringen niet kunnen doen, toch mee te laten lopen in de energietransitie. De wijkcentrale is een gebouw als energievoorziening met zonnepanelen, een warmtepomp en een distributienetwerk dat helemaal door de bewoners gefinancierd is. Het is een duurzaam opweksysteem met eigen warmtenet dat door de buurt loopt en waarvan de bewoners eigenaar zijn. Het geld blijft bij hen. Deze systemen bestaan gewoon al. Nieuw alleen is de financiële kant waarop dit vorm krijgt, buurtbewoners die een coöperatief verband aangaan.’

U heeft een Routekaart Energieneutraal opgesteld. Wat houdt die in?
‘Dat is ons vehikel om de energietransitie te organiseren. Dat doen we niet vanuit het gemeentehuis, we hebben alles en iedereen nodig. In de afgelopen jaren is een coalitie gevormd met ondernemers en instellingen om tot de Routekaart Energieneutraal te komen. Samen vertegenwoordigen zij meer dan een derde van het totale energieverbruik van deze gemeente. Als we met die groep van veertig partners in staat zijn om de energietransitie vorm te geven, dan maken we een enorme sprong.’

Zo veel belangen, hoe krijgt u de neuzen dezelfde kant op?
‘Ik zie veel win-winsituaties. We proberen nieuwe businesscases te maken, energiebesparing te organiseren, de energierekening van inwoners betaalbaar te houden en duurzame energieopwekking te organiseren. Al die zaken grijpen in elkaar. De discussie gaat over de praktische en technische zaken, over hoe we zaken organiseren. Hoe ga je over van aardgas naar een warmtenet en hoe ga je om met het vervangen van gasleidingen? Het is niet zo dat we door een belangentegenstelling niet verder komen in de ontwikkeling. Iedereen wil deze kant op, het is veel meer een uitvoeringsdilemma waar we tegenaan lopen. We lopen af en toe vast in de regelgeving, daar speelt het Klimaatakkoord een belangrijke rol bij. Daarin moeten enige zaken worden vastgelegd, waardoor wij de uitvoeringskwesties kunnen oplossen.’

Wacht niet op het Rijk, want dan komt het niet goed

U doelt op de drie voorwaarden waarmee de VNG haar handtekening zet onder het Klimaatakkoord?
‘Ja. Kijkend naar de praktische regelgeving zit daar nog een wereld omheen die de transitie bemoeilijkt. Het gaat niet alleen om wat gemeenten nodig hebben. Is een netwerkbedrijf bijvoorbeeld in staat om te investeren in een warmtenet, omdat het op die manier een bijdrage levert aan de vervanging van de aardgasstructuur? Hoe zorg je ervoor dat mensen ook zelf energie kunnen leveren aan het net en op die manier energiecorporaties ook worden gestimuleerd? Een belangrijk punt is natuurlijk de financiering. Hoe zorg je ervoor dat woningeigenaren in staat zijn de noodzakelijke investeringen te doen die ze zelf financieel niet kunnen dragen?’

Welke financiële arrangementen ontwikkelt u om de energietransitie van onderop te stimuleren?
‘Dat is een heel belangrijk discussiepunt, waarover we vanuit Den Haag nog antwoorden verwachten. We zijn met een aantal dingen bezig en met banken in gesprek. Het is nog echt zoeken, er liggen verschillende hoopgevende zaken op tafel, maar de oplossing nog niet. Het is heel teleurstellend dat die gebouwgebonden financiering er niet komt of een eventuele financiering via de netwerkbeheerders. Nu moeten we andere constructies bedenken en dat is lastig. We hadden daar echt onze zinnen op gezet. Voor de corporatievoorraad is allemaal nog wel te doen, het is met name rond de particuliere woningbezitter een ingewikkeld vraagstuk.’

Gaat het niet te snel voor de inwoners?
‘Dat is een belangrijk aandachtspunt. Het is niet alleen een technische opgave, maar ook een sociale opgave. Het is een kans om veel meer mensen grip te laten krijgen op hun eigen energievoorziening. Tegelijkertijd willen mensen zekerheid hebben over hun energievoorziening en dat het betaalbaar blijft. Dat is cruciaal. Daarom zijn die Energietransitieplannen samen met de bewoners gemaakt. Als ze het gevoel hebben grip te verliezen, dan spannen we het paard achter de wagen. We zijn van start gegaan met de inwoners die echt mee willen in het verhaal, en nu zie je bewoners uit ene wijk al bewoners uit andere wijken vertellen hoe ze het aanpakken. Dit is een cruciale kans om het eigenaarschap van de energietransitie echt bij de bewoners zelf te leggen. Zij moeten het gevoel hebben zelf aan zet te zijn.’

Hoe ver zijn jullie met de Regionale Energiestrategie?
‘De RES kan pas starten als het Klimaatakkoord klaar is. In die zin zijn we nog niet zo gek ver. Wel hebben wij in deze regio in de afgelopen jaren al een aantal analyses gemaakt over onze toekomstige energievoorziening. Enige jaren geleden is het Gronings Bod door alle gemeenten in deze provincie ondertekend. Als wij in staat zijn windenergie op zee te krijgen, dan kunnen we die omzetten in waterstof en via de al aanwezige infrastructuur vanwege de gaswinning, leveren aan de rest van Nederland. Ook is al eens doorgerekend wat nodig is om een deel van de provincie energieneutraal te krijgen in 2035, dit hebben we nu stedelijk doorvertaald. Qua technische achtergrond is alles aanwezig en hebben we een goede basis. Wel moeten we straks samen kiezen hoe we invulling geven aan de energietransitie. Wat kunnen we waar doen en hoe houd je het landschap mooi?’

De inhoud van het Klimaatakkoord beïnvloedt uw inzet. Hoe blijft u flexibel in uw duurzaamheidsbeleid?
‘Het is belangrijk dat gemeenten nu al aan de slag gaan. Je weet pas weet wat je kunt doen als je de spelregels kent, maar gemeenten kunnen die spelregels mede bepalen. Groningen heeft in de afgelopen jaren in het kader van de gaswinning gelobbyd om zaken in het Klimaatakkoord te krijgen. De energietransitie vindt voor een belangrijk deel in de gemeentelijke praktijk plaats, dus blijf aangeven wat we nodig hebben. Wacht niet op het Rijk, want dan komt het niet goed. In Groningen nemen we allerlei stappen en schuren daarbij regelmatig tegen de huidige regelgeving aan. We proberen daar creatief mee om te gaan, maar dat is niet toereikend.’