Hoe kijkt u terug op uw jaren bij de VNG?

‘Persoonlijk met een zeer goed gevoel. De mooiste dag van de week vond ik de dinsdag, die ik meestal gebruikte voor het bezoeken van colleges van B en W. Dat vormde uitstekende voeding voor mijn werk als directieraadlid. Ik heb in al die jaren zo’n 325 collegegesprekken gevoerd van ongeveer anderhalf uur. Zo was ik onlangs op één dag bij de colleges van Zutphen, Wageningen en Westervoort. In  Zutphen ging het vooral over het vluchtelingenvraagstuk, Wageningen sprak onder meer over stappen op weg naar verdere verduurzaming. Hoe langer hoe meer merk ik in die gesprekken dat gemeenten de eerste overheid zijn geworden, een weg die is ingezet met het verschijnen in 2006 van het rapport De wil tot verschil van de commissie-Bovens. We zijn bezig met het verbouwen van de verzorgingsstaat uit de jaren zestig van de vorige eeuw, toen alles in het land hetzelfde geregeld moest zijn. We willen verschillen tussen gemeenten en die komen er steeds meer. Waar lokaal maatwerk is, gaat het goed, is mijn ervaring. Of het nu gaat om vluchtelingen, decentralisaties of energie. De VNG ontwikkelt zich steeds meer tot een club van vooruitdenkers. We gaven commissies opdrachten om fundamenteler te kijken naar bijvoorbeeld hoe gemeenten meer grip kunnen krijgen op de woningcorporaties (Dekker), de financiële ruimte voor gemeenten (Rinnooy Kan) en de toekomst van het lokaal bestuurlijk stelsel, die de commissie-Van de Donk nu onderzoekt. Dat vooruitkijken is onder meer van groot belang met het oog op kabinetsformaties.’

Hoe ziet u de toekomst voor gemeenten?

‘Daar ben ik optimistisch over. Desondanks leidt de omvorming naar gemeenten die van elkaar verschillen nog tot fricties. Dat zie je terug bij evaluaties van de decentralisatie van taken naar gemeenten. Han Noten, voorzitter van de Transitiecommissie Sociaal Domein, kijkt daar positief tegenaan. Maar hoogleraren vinden nog steeds vaak dat alle gemeenten het hetzelfde moeten doen, ze willen eenheidsworsten. Eenzelfde geluid valt niet zelden in de Tweede Kamer te beluisteren. Maar verschillen vormen juist de essentie van de decentralisaties. Elke gemeentelijke voorziening behoort maatwerk te zijn. Bij de decentralisaties en bijvoorbeeld het vluchtelingenvraagstuk gaat het mis op het punt van gebrek aan beleidsvrijheid van gemeenten, terwijl dat juist het belangrijkste is. Lokaal maatwerk, dat van onderop wordt opgebouwd, is de enige sleutel tot succes. Het lokaal bestuur in Nederland is toch nog te veel afhankelijk van andere overheden. De koers is dus goed, maar er zit te veel ruis op de lijn. Dat moet bij de volgende kabinetsformatie geborgd worden; de inzet moet zijn dat de financiering van gemeenten en de lokale democratie dichter bij elkaar moeten komen.’

Ik hoor een bevlogen lid van de directieraad. Waarom vertrekt u eigenlijk?

‘Tot Pasen zit elk kwartier in mijn agenda vol, ik zet me dus nog volledig in voor de VNG. Maar ik ben een wielrenner, ik denk in etappes. Ik ben zestien jaar met plezier burgemeester geweest en inmiddels zit ik zeven jaar in de directieraad van de VNG. Met een goed gevoel een etappe eindigen, is van groot belang voor iedere wielrenner, dat maakt het vervolg van de koers makkelijker. Het is tijd voor een nieuwe etappe in mijn koers, zowel voor mij als voor de VNG.’