VNG Magazine nummer 14, 27 september 2019

Auteur: Sanne van der Most | Beeld: Ronald van den Heerik/HH

Een samenwerkingsverband kan soms log zijn en leiden tot te weinig slagkracht voor het realiseren van ambities, zo weten ze inmiddels in de Drechtsteden. Met het risico dat er steeds minder van de grond komt. Daarom is het tijd voor een ommekeer. De Dordtse gemeentesecretaris Martien van der Kraan vertelt hoe.

De gemeenten binnen de Drechtsteden gaan meer op een netwerkachtige manier samenwerken. Dat moet leiden tot meer woningen en arbeidsplaatsen en een steviger positie op het gebied van innovatie en energie, bijvoorbeeld via de Duurzaamheidsfabriek


Dordrecht, Papendrecht, Zwijndrecht, Sliedrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Alblasserdam. Sinds 2006 werken deze gemeenten intensief samen in het samenwerkingsverband Drechtsteden. Sinds 2018 is ook Hardinxveld-Giessendam aangesloten. Onder leiding van het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad hebben de zeven gemeenten in het verleden heel wat voor elkaar gekregen. ‘We hebben één Sociale Dienst’, vertelt Van der Kraan. ‘We werken samen in het uitvoeren van de Participatiewet en in een deel van de Wmo. Daarnaast is er een Shared Service Centrum, een Onderzoekscentrum voor alle zeven gemeenten en een Belastingdienst die voor vijf gemeenten werkt.’

Onderscheiden

Kortom, een behoorlijke verstrengeling. Een forse regionale samenwerking waarmee de Drechtsteden zich duidelijk onderscheiden van de rest van Nederland en die de afzonderlijke gemeenten op sociaal en economisch terrein heel wat heeft opgeleverd. Van der Kraan: ‘Voor een grote gemeente als Dordrecht gaat het daarbij vooral om de positionering ten opzichte van de omliggende agglomeraties en de provincie. Als gebied met 300.000 inwoners ben je toch een andere speler dan wanneer je maar 120.000 inwoners hebt. Voor kleinere gemeenten draait de samenwerking om kwaliteitsverbetering en soms ook puur om te overleven en het behouden van zelfstandigheid. Daar komt die solidariteit om de hoek kijken, want samen kun je meer dan alleen.’

Gevoel van eigenaarschap

Door samen te werken, hebben de gemeenten binnen de Drechtsteden met elkaar een woningvisie en een visie op de bedrijventerreinen ontwikkeld. De concrete uitvoering laat echter op zich wachten. Bij de dienstverlenende concepten en de echte uitvoering daarvan is ook flink gemiddeld.

‘En precies daar zit de crux’, merkt Van der Kraan op. ‘Realisatie van de doelen die we met elkaar hebben geformuleerd, kwam op een of andere manier toch niet altijd goed van de grond. De urgentie om de problemen écht aan te pakken, ontbrak weleens. Net als het gevoel van eigenaarschap. Solidariteit is goed. Het samen doen en elkaar helpen ook. Maar als eentje blijft stilstaan, dan denkt de rest “ik ga er niet alleen aan trekken”. Soms hadden gemeenten het idee dat ze werden aangesproken op problemen van de buren. Daar zitten allerlei sentimenten achter. Dat is natuurlijk het lastige in intergemeentelijke samenwerking. Welk belang prevaleert? Dat van de eigen gemeente of dat van de samenwerking?’

Doorgaan op de oude voet gaat niet meer werken

Achterstandspositie

Als je dat soort dingen aan de voorkant niet heel hard uitspreekt, gaat het mis, zo weet Van der Kraan nu. ‘Dat is bij ons ook gebeurd’, zegt hij. ‘Met als concreet gevolg dat we nu té weinig woningen bouwen in bepaalde segmenten waar dat juist zo hard nodig is. Dat we nog te weinig binding creëren tussen bedrijfsleven en onderwijs. Dat we ook nog te weinig voortgang boeken op onze bedrijventerreinen en daardoor nu met een forse achteruitgang kampen in onze kantorenpositie. En dan gaat het hard. Als wij onze ambities en plannen niet snel uitvoeren, worden we uiteindelijk minder aantrekkelijk voor bedrijven en winkels om zich te vestigen en als plek om te wonen en te werken en je kinderen naar school te laten gaan. We komen dan terecht in een sociaal-economische achterstandspositie, die eigenlijk deels al realiteit leek, gezien het feit dat Dordrecht een krimpgemeente dreigde te worden. Kun je je voorstellen, een krimpgemeente in de Randstad?’ Sinds dit jaar zit het inwonertal weer in de lift.

Knopen doorhakken

Heftige conclusies, die recent werden bevestigd door Berenschot. Kortom, het roer moet om. ‘We moeten uit die neergaande spiraal zien te komen’, vindt ook Van der Kraan. ‘En dat betekent knopen doorhakken en het anders aanpakken. Alleen als we als overheid weer gaan bouwen, bereikbaar worden, banen creëren en klaslokalen vullen, worden we die ideale en aantrekkelijke plek om te wonen, te werken en te leven.’

Doorgaan op de oude voet – waar alles samen werd aangepakt – gaat niet meer werken. In plaats van op elk front samen te werken met alle zeven gemeenten wordt nu per thema gekeken naar het sluiten van gelegenheidscoalities. Van der Kraan: ‘Al vind ik dat eigenlijk een beetje een lelijk woord – het suggereert dat we aan een soort cherrypicking willen doen – het dekt toch de lading. Op veel fronten gaan we echter gewoon met z’n zevenen door.’

Verantwoordelijkheid teruggeven

Solidariteit blijft dus nog steeds een belangrijke drijfveer in de Drechtsteden. Van der Kraan: ‘We hebben nog heel wat te groeien in de toekomst. Daar moeten we samen de schouders onder zetten. Maar we gaan het nu wel anders doen. Nog steeds samen, maar niet per se altijd en op alle onderwerpen. En dat betekent dat we de uitvoering nu bij die gemeenten neerleggen waar het op dat moment over gaat. Het betekent ook dat we raden en colleges hun verantwoordelijkheid teruggeven, zodat ze weer zelf voelen en erbij kunnen aansluiten.’

Van tevoren kiezen om ergens wel of niet aan mee te doen, maakt ook onderdeel uit van de nieuwe aanpak. ‘Samenwerken is niet meer vrijblijvend en vanzelfsprekend’, legt Van der Kraan uit. ‘Vanaf nu kijken we per onderwerp wie er belang bij heeft en wie er aan meedoet. En doe je mee, dan leg je je daar ook echt op vast. Dan ga je zelf bouwen, zelf de middelen beschikbaar stellen en zelf personeel aanstellen.’

Met een goede governance alleen kom je er niet

Overleven

Ook de richting die de samenwerkende gemeenten op wilden gaan, verschilde voorheen regelmatig per gemeente. Van der Kraan: ‘Voor wat stedelijker gebieden als Dordrecht en Zwijndrecht was de ontwikkeling rond wonen, werken, bouwen en bereikbaarheid, een logische. Kleinere gemeenten hebben minder belang bij de realisatie van grootschalige projecten. Uiteindelijk hebben we daar wel met z’n allen voor gekozen, al is het voor sommige gemeenten vooral vanuit het idee van overleven geweest. Ze moesten wel. Dat gaat vanaf nu anders. We gaan veel meer op een netwerkachtige manier samenwerken op verschillende schaalniveaus. Dan komen die gelegenheidscoalities om de hoek kijken. De ene keer werken we samen met de provincie, dan weer met een paar gemeenten uit de Drechtsteden en soms met allemaal. Maar ook private partners kunnen zo makkelijker aanhaken.’

Wat dat voor de Drechtsteden betekent? ‘Veel woningen bouwen’, zegt Van der Kraan. ‘Om te beginnen 25.000 voor bijzondere doelgroepen, waaronder studenten, maar ook meer in het duurdere segment. We willen een mooie campus voor het roc en we hebben daarnaast ook hbo-ambities. Met de Duurzaamheidsfabriek willen we ons nog beter ontwikkelen op het gebied van innovatie en energie. We gaan 30.000 nieuwe arbeidsplaatsen creëren, we hebben een gezamenlijke energieagenda die gemeenten wél zelf moeten uitvoeren en een bereikbaarheidsagenda met een snelle lightrailverbinding met Rotterdam.’

Dankzij de nieuwe manier van samenwerken gaat dat volgens Van der Kraan zeker lukken. ‘Nu we in deze fase zijn, kunnen wij als gemeente Dordrecht ook veel eerlijker naar ons zelf kijken en naar de rol die we tot nu toe hadden. Die was vooral faciliterend. We maakten zaken mogelijk en betrokken anderen daarin. Daardoor zijn we een tijd lang ook minder kritisch naar onszelf geweest. Door de samenwerking onder de loep te nemen, ontdek je dat. En kom je tot de conclusie dat je het niet redt als je het alleen maar deed om een mooie samenwerking op papier te hebben. Met een goede governance alleen kom je er niet. Uiteindelijk wil je toch met elkaar een bepaald doel bereiken. Door onze nieuwe aanpak hebben wij er weer vertrouwen in dat het ons gaat lukken.’