VNG Magazine nummer 11, 21 juni 2019 

Auteur: Leo Mudde | Beeld: Henriëtte Guest 

Sissen, nafluiten of -roepen, seksueel getinte opmerkingen roepen tegen iemand die daar niet van is gediend – het komt dagelijks voor. In Rotterdam heeft 77 procent van de vrouwen en bijna de helft van de mannen tijdens het uitgaan het afgelopen jaar te maken gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag. De stad pikt de ‘pikpraat’ van de ‘hyena’s’ niet langer. 


De Rotterdamse uitgaanscentra zijn een levensgevaarlijke jungle. Wie na een avondje stappen de deur van de kroeg achter zich dichttrekt en op straat staat, is overgeleverd aan de wilde dieren. 
Tenminste, als we Leefbaar Rotterdam-raadslid Tanya Hoogwerf mogen geloven. Zij zag met eigen ogen hoe ‘de hyena’s’ zich in de nacht gedragen. ‘Ze omsingelen vrouwen en meisjes die alleen naar buiten komen, isoleren ze en randen ze vervolgens aan – of erger. Er is sprake van vrouwen die worden meegenomen naar een hotel en daar door groepen worden verkracht.’

We moeten vrouwen beschermen tegen roofdieren’

Dit soort beeldspraak hoor je niet vaak in een raads- of commissievergadering. Maar voor Hoogwerf is de maat vol. ‘We moeten vrouwen beschermen tegen de roofdieren’, zei ze onlangs in een vergadering van de Rotterdamse raadscommissie Veiligheid en Bestuur. 
De commissie besprak wat moet worden gedaan met het rapport van onderzoeksinstituut Risbo van de Erasmus Universiteit. Risbo deed vorig jaar een ‘belevingsonderzoek’ onder het uitgaanspubliek naar seksueel grensoverschrijdend gedrag in het Rotterdamse uitgaansleven. Dergelijk gedrag is dagelijks aan de orde, constateerden de onderzoekers, en vooral vrouwen hebben ermee te maken. Het is niet zo dat ze zich daardoor onveilig voelen, maar wel ongemakkelijk, geïrriteerd of boos. 
Het leidt ertoe dat veel vrouwen zich anders gaan gedragen dan ze eigenlijk zouden willen, uit angst voor de reacties en het gedrag van anderen. Omdat het dagelijks voorkomt, lijkt een deel van het uitgaanspubliek seksueel grensoverschrijdend gedrag ‘normaal’ te zijn gaan vinden, iets wat ‘erbij hoort’ als je uitgaat. Maar als iets ‘normaal’ wordt gevonden, betekent dat nog niet dat het gedrag acceptabel is, schrijven de onderzoekers. 

Sisverbod 
Rotterdam is koploper bij de aanpak van straatintimidatie. Sinds vorig jaar geldt in de stad een ‘sisverbod’: sissen, uitschelden en naroepen kan worden beboet met een geldstraf van meer dan vierduizend euro of drie maanden cel. In het juridisch jargon van de APV is het in Rotterdam verboden iemand ‘uit te jouwen of met aanstootgevende taal, gebaren, geluiden of gedragingen lastig te vallen’. 
In december 2018 volgde de eerste daadwerkelijke veroordeling door de rechter. Een 36-jarige Rotterdammer kreeg een voorwaardelijke boete van tweehonderd euro omdat hij op de Coolsingel en acht weken later op het Schouwburgplein tegen vrouwen ‘Hey mooie dame, je ziet er goed uit’ had groepen en dat vergezeld liet gaan van kus- en handgebaren. 
Voor wat hij had gezegd, werd hij niet bestraft omdat het onder vrijheid van meningsuiting valt. Maar dat geldt niet voor de gebaren, volgens de rechter die in zijn vonnis constateerde dat de man zich schuldig had gemaakt aan ‘heel vervelend gedrag’. 
Het Openbaar Ministerie gaat in hoger beroep omdat het vindt dat een verbod op straatintimidatie de vrijheid van meningsuiting níét inperkt. Tot een hogere rechter de zaak nog eens heeft bekeken, houdt het OM de afwikkeling van zes andere zaken aan. De Rotterdamse wethouder handhaving, Bert Wijbenga, liet in NRC weten geïnteresseerd te zijn in het oordeel van een hogere rechter. ‘De kantonrechter oordeelde dat een deel van de APV bindend is, maar een deel ook niet.’ Hij wil daar meer duidelijkheid over om de aanpak van straatintimidatie (in Rotterdam ‘pikpraat’ genoemd) eventueel aan te passen. 

We willen uitgaan zo leuk en veilig mogelijk houden

Julien Geschiere, die als beleidsadviseur van de gemeente Rotterdam betrokken is geweest bij het onderzoek, is in ieder geval blij dat het onderwerp stevig op de agenda staat, mede dankzij het Risbo-onderzoek en een veroordeling door de rechter. ‘We wilden weten hoe het publiek en professionals seksueel grensoverschrijdend gedrag beleven en hoe ze ermee omgaan. We hebben daarbij de focus gelegd op de horecagebieden. Uit het onderzoek blijkt dat seksuele intimidatie niet alleen in de horeca plaatsvindt, maar vooral buiten, na sluitingstijd. Daar voelen we ons als gemeente voor verantwoordelijk.’ 
Een van de manieren om straatintimidatie aan te pakken was, naast een actieve inzet van toezichthouders, de introductie van de StopApp. Met deze app, die inmiddels al bijna 4500 keer is gedownload, kan ongewenste pikpraat direct en anoniem worden gemeld bij de gemeente. Die brengt, op basis van de meldingen, in kaart waar en op welke tijdstippen dit soort gedrag het meest voorkomt en kan daar vervolgens gericht teams op afsturen. 
Maar daar blijft het niet bij. Deze zomer starten in Rotterdam in een aantal grote clubs en cafés trainingen voor personeel om het ‘doorschenken’ tegen te gaan. Naast het alcoholaspect wordt aandacht besteed aan het leren herkennen van seksueel overschrijdend gedrag in de horeca. De gemeente faciliteert die trainingen, omdat het belangrijk is dat het horecapersoneel, dat overigens niet alleen verantwoordelijk is voor wat er binnen gebeurt maar ook voor de directe omgeving buiten, leert wanneer en hoe er iets tegen kan worden gedaan. De gemeente wil niet dat er wordt getornd aan de positieve aspecten van seksueel gedrag. Flirten of iemand versieren moet gewoon mogelijk blijven, dat hoort bij het uitgaan. De norm is dat mensen gewoon gezellig met elkaar kunnen blijven omgaan. Het wordt een probleem als het niet meer gezellig is. 

Preventieve maatregelen
Rotterdam probeert, naast de handhaving op straat, het thema ook aan de voorkant aan te pakken, met preventieve maatregelen zoals voorlichting op scholen en het breed onder de aandacht brengen van de StopApp via de publiekscampagne Pikpraat van straat.  


‘We hebben ook overwogen aan te sluiten bij de campagne Ben je oké? van Rutgers, het kenniscentrum seksualiteit’, zegt Geschiere. ‘De positieve boodschap daarvan is dezelfde die wij willen uitdragen, namelijk dat we uitgaan zo leuk en veilig mogelijk willen houden. Maar die campagne is echt bedoeld voor poppodia, clubs en festivalorganisaties.’

Een belangrijke rol in de gemeentelijke aanpak is weggelegd voor de horecastewards die al jarenlang in de vier grote uitgaansgebieden worden ingezet. De in totaal zeven koppels vervullen daar een rol als gastheren en -vrouwen, speciaal getraind in het omgaan met grote groepen bezoekers, invloeden van alcohol en drugs en agressie of geweld. Ook ondersteunen zij bezoekers die in een kwetsbare positie een etablissement verlaten. Bijvoorbeeld wanneer twee dames op zoek zijn naar een taxi of iemand in beschonken toestand zijn of haar vrienden kwijt is. Dat werkt goed, volgens Geschiere. ‘Ze hebben een achtergrond in het jongerenwerk en hebben ook echt gevoel voor de straat. Hun aanwezigheid werkt echt preventief, de politie wil ze niet meer kwijt.’

Andere gemeenten 

Risbo-onderzoeker Youri Seidler, onder wiens leiding het belevingsonderzoek naar seksueel grensoverschrijdend gedrag in het Rotterdamse uitgaansleven is uitgevoerd, denkt dat het onderzoek met betrekkelijk weinig inspanning ook in andere gemeenten kan worden uitgevoerd. ‘De vragenlijst ligt er nu, dus dat is het probleem niet. Uitbreiding naar andere steden zou interessant zijn, dan kunnen we ook vergelijken. Misschien hanteren uitgaanders in Groningen of Nijmegen wel heel andere normen.’