VNG Magazine nummer 9, 24 mei 2019
Auteur: Leo Mudde | Beeld: Jacob-Carl Pauw
Barneveld heeft als enige gemeente in Nederland nog een eigen, onafhankelijk dagblad, de Barneveldse Krant. Daarmee is het een oase in een steeds verder verdorrend journalistiek landschap waarin steeds minder aandacht is voor serieuze berichtgeving over de lokale samenleving en de gemeentepolitiek. Hoe een krant al bijna anderhalve eeuw standhoudt, tegen de stroom in.
Het eerste wat je tegenkomt als je uitstapt op Barneveld Centrum is een kippenren met Barnevelders. Het ándere icoon van de gemeente is verstopt op een industrieterrein, een kwartiertje lopen van het station. Tussen de Karwei, autoschadebedrijven en een keukencentrum staat het kantoor van BDUmedia, uitgever van huis-aan-huisbladen en weekbladen – en van de Barneveldse Krant.
De Barneveldse Krant is een begrip, in Barneveld zelf maar ook in de wereld van de papieren media. Het is het laatste onafhankelijke lokale dagblad, met een leesdichtheid waar een Telegraaf jaloers op zou zijn. Barneveld telt ongeveer 22.500 woningen, de oplage van de krant is 9400: in 42 procent van de huishoudens valt zes keer per week ’s middags de krant op de mat. De vele meelezers, de Barnevelders die hun ochtendkrant ruilen met de Barneveldse Krant van de buurman, komen daar nog bij. De krant is een factor van betekenis in de plaatselijke samenleving waar ook de politiek serieus rekening mee houdt. Wat ze schrijft, doet ertoe.
In heel Nederland hebben gemeenten te maken met een verschralend journalistiek landschap, perstribunes blijven leeg tijdens raadsvergaderingen, hier en daar worden mediafondsen in het leven geroepen om de serieuze journalistiek te stimuleren en de VNG presenteerde vorige maand nog een expertiseteam dat gaat onderzoeken hoe de lokale journalistiek nieuw leven kan worden ingeblazen.
Een kleine krant die moedig weerstand blijft bieden tegen de journalistieke neergang. Hoe kan dat?
Hoofdredacteur Norbert Witjes heeft een eenvoudige verklaring voor het succes: ‘We doen ons werk goed, volgens het journalistieke handwerk. We passen hoor en wederhoor toe, houden ons aan de feiten, plaatsen berichten in een context en we zitten bovenop het nieuws, zowel in de krant als online. En we weten wat onze lezers relevant vinden.’
De krant heeft een naam hoog te houden. ‘Het is heel belangrijk dat alle feiten kloppen. Wij kunnen ons geen fouten veroorloven. Als wij een straatnaam verkeerd schrijven, dan staat hier de volgende dag iemand op de stoep.’
Abonneediner
De grote kracht van de Barneveldse Krant zijn de lokale betrokkenheid en de lange historie. Het ene staat niet los van het andere. De krant bestaat sinds 1871, dus heeft tijd genoeg gehad om een positie te veroveren. ‘Het lijkt me lastig om nu een lokaal dagblad te starten’, zegt Witjes. ‘Wat de lokale betrokkenheid betreft: we zitten bij onze abonnees op de bank, letterlijk. We gaan bij willekeurige lezers langs om een kopje koffie te drinken, en vragen dan wat ze van de krant vinden en van ons verwachten. Vorige week was er nog een abonneediner, dat organiseren we regelmatig in een van de plaatselijke restaurants. De redactieleden serveren dan het eten, dat schept een band. We zijn benaderbaar en krijgen dan ook veel tips.’
Elke gemeente krijgt het lokale medium dat het verdient
Tip
VNG Magazine bezoekt de redactie op de dag dat de politie invallen deed bij een afvalverwerker en aannemingsbedrijf, de grootste werkgever van Barneveld. Dat de redactie er snel bij kon zijn, was ook te danken aan een tip. ’s Morgens stonden al twee berichten online, diezelfde middag staan ze in de papieren krant.
Het was een coproductie van de verslaggevers Wouter van Dijk en Jannes Bijlsma. De redactie telt negen medewerkers, maar met z’n tweeën verzorgen zij de bulk van de lokale nieuwsberichten, reportages en interviews. Zij kennen hun lezers, weten hoe de hazen lopen in Barneveld en in de plaatselijke politiek. In hun telefoons staan de 06-nummers van alle college- en raadsleden.
Van Dijk: ‘De raadsleden bellen we regelmatig, en zij ons. Ook off the record. De burgemeester en wethouders kunnen het niet zo waarderen als we ze voor van alles en nog wat bellen, dat gaat via de afdeling voorlichting. Behalve in extreme gevallen, zoals tijdens de mond-en-klauwzeercrisis.’
Eigen koers
Voor de berichtgeving over die crisis werd de redactie in 2002 nog beloond met de Prijs voor de Dagbladjournalistiek. Vier jaar later werd toenmalig hoofdredacteur Jur van Ginkel uitgeroepen tot de ‘moedigste hoofdredacteur van Nederland’. Hij durfde in het behoudende Barneveld het roer van de krant om te gooien. De krant verscheen ineens op tabloidformaat, op de voorpagina stond alleen nog het lokale nieuws en hij pakte de internetsite aan. De krant plukt dertien jaar later nog altijd de vruchten van deze rigoureuze ingrepen.
Al die jaren heeft de Barneveldse Krant vastgehouden aan de eigen koers. Waar elders titels verdwenen of nog slechts terugkwamen in kleine letters onder een andere naam (zoals het AD Amersfoortse Courant), hield de Barneveldse Krant fier stand. ‘We zijn’, zegt Witjes, ‘onafhankelijk en dat willen we graag blijven.’
Grens
Dat het op de grens ligt van het verspreidingsgebied van enerzijds het AD Amersfoortse Courant en anderzijds de Gelderlander (evenals AD, de Volkskrant, Trouw en veel regiokranten onderdeel van de Persgroep), is mogelijk het geluk van Barneveld en zijn eigen dagblad. Verslaggever Jannes Bijlsma werkte eerder voor het AD en was daar verantwoordelijk voor de nieuwsvoorziening uit de gemeenten Nijkerk en Barneveld. ‘In de praktijk vond het AD vooral Nijkerk interessant, over Barneveld werd alleen bericht als er iets groots gebeurde wat landelijk de aandacht trok. De gedachte was: mensen in Amersfoort moeten het interessant vinden, anders brengen we het nieuws uit de regio niet.’
Witjes: ‘Andere lokale kranten werden regionaal. Dan wordt het lastig om je publiek te bereiken. Wij blijven bewust binnen de gemeentegrens. Mensen voelen zich Barnevelder, geen Gelderlander.’
We moeten alert blijven op onze onafhankelijkheid
Internationaal nieuws
In de Barneveldse Krant staat ook sport-, economisch, nationaal en internationaal nieuws, waarvoor de krant zwaar leunt op het ANP. Dat willen mensen ook, zegt Witjes, daarvoor hebben ze een abonnement. Maar het staat wel verderop, ná het lokale nieuws. ‘Onze lezers verwachten dat we aandacht geven aan wat hier gebeurt, en dat is veel’, zegt de hoofdredacteur. ‘Je mag het belang van een goed lokaal medium niet onderschatten. Wij zijn bij uitstek in staat om te zorgen voor verbinding tussen mensen. Dat weet de gemeente ook wel.’
Een voorbeeld. Wouter van Dijk: ‘Als op de gemeentepagina’s een stuk staat over het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan, dan haken veel mensen af omdat het ze niet interesseert of omdat het te abstract is. Wij schrijven wat het plan betekent voor de mensen in hun eigen straat of wijk. Dan gaat het leven, zo betrek je mensen wat uiteindelijk ook goed is voor het draagvlak van gemeentebeleid.’
Toch wringt het af en toe tussen gemeente en krant. De gemeente wil graag dat journalisten vanaf de perstribune de raads- en commissievergaderingen volgen – wat Van Dijk en Bijlsma ook trouw doen – maar moppert soms over de prijs die de gemeente moet betalen om aan haar informatieplicht te voldoen. Witjes: ‘Ik heb hier in de regio ook wel discussie over gehad. Er is geen enkele gemeente in ons verspreidingsgebied die voor haar gemeentelijke publicaties in de lokale krant een marktconforme prijs wil betalen. Het moet altijd goedkoper. Een krant heeft dan minder inkomsten, wat ertoe kan leiden dat er geen geld meer is om journalisten vergaderingen bij te laten wonen. Ik zeg dan: elke gemeente krijgt het lokale medium dat het verdient.’
Geen notulen
Verslaggever Jannes Bijlsma vraagt zich af of de Barneveldse politici wel altijd beseffen hoe blij ze mogen zijn met een onafhankelijke pers als waakhond van de lokale democratie. ‘Natuurlijk zeggen ze dat ze het erg belangrijk vinden, maar als je kritisch bent of iemand niet altijd citeert, spreken ze je wel aan. We moeten alert blijven op onze onafhankelijkheid. Dat is best lastig. Iemand die wij interviewen, kunnen we twee uur later weer tegenkomen in de supermarkt.’
‘Wij maken geen notulen van een raadsvergadering’, vult Van Dijk aan. ‘Dat zeg ik altijd maar wanneer een raadslid vraagt waarom ik niet over zijn schriftelijke vraag schrijf. Dan moet hij die vraag maar interessanter maken voor de lezers van de krant. Raadsleden kunnen hun boodschap natuurlijk kwijt op de eigen partijsite of op sociale media, maar dat is dan toch gekleurd, daar prikken lezers doorheen. Als wij erover berichten, weet iedereen dat het relevant is en dat het ook klopt. Een bericht in de krant heeft meer status en kracht.’