Nummer 1, 26 januari 2018

Auteur: Leo Mudde

In veel gemeenten vinden komende week herdenkingsbijeenkomsten plaats. Dan is het 65 jaar geleden dat in grote delen van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland de dijken braken.

De watersnoodramp kwam voor iedereen als een verrassing. Voor iedereen? Nee, in wat later het rampgebied zou gaan heten, was één bestuurder geabonneerd op de telegramservice van het KNMI: burgemeester Cor van der Hooft van Willemstad (Noord-Brabant). Vergeefs probeerde hij zijn collega’s te waarschuwen, nadat hij de stormwaarschuwing had gelezen en zelf constateerde dat de dijken het niet zouden houden.
Ze vonden dat hij overdreef. De burgemeester van Fijnaart nam de telefoon zelfs helemaal niet op, hij sliep. Ook de commissaris van de Koningin, Jan de Quay, maande Van der Hooft tot kalmte: ‘Ga maar rustig weer slapen.’ 
Alleen burgemeester Pieter Hordijk van Ooltgensplaat kwam in actie. Ze kenden elkaar nog uit het verzet en Hordijk wist: als Van der Hooft belt, is het menens.

Evacueren

Rustig weer gaan slapen, dat deed Van der Hooft niet. In plaats daarvan zette hij iedereen aan het werk om te voorkomen dat het water de stad zou binnenstromen. Hij trommelde het contingent van de Koninklijke Marechaussee dat in Willemstad was gelegerd op en sommeerde de mannen de bewoners van de lager gelegen polder te evacueren en binnen de stadsmuren te brengen. Slechts twee mensen weigerden hun boerderij te verlaten. Zij overleefden uiteindelijk als enige twee inwoners van Willemstad de ramp niet.
Van der Hooft deed wat een burgemeester moet doen: verantwoordelijkheid nemen, knopen doorhakken, optreden. Op eigen gezag, zonder rampenplan. 
Cor van der Hooft werd later nog burgemeester van Waddinxveen. Hij overleed in 1994. In Willemstad, in de huidige gemeente Moerdijk, staat geen standbeeld en ook is naar de man die de bevolking redde nooit een straat vernoemd.

Held

Hij zou dat ook niet gewild hebben, zegt zijn zoon Luut, in 1953 een jongetje van 8 jaar. ‘Was mijn vader een held? Ik denk het wel, maar dat woord zou hij zelf nooit hebben gebruikt. Hij zei weleens: echte helden bestaan niet, die moeten nog geboren worden. Hij had ontzag voor de kracht van het water. Als jongen voer hij op een vrachtschip en belandde in de Golf van Biskaje in een vreselijke storm. Sindsdien kent hij de gevaren van een storm, daarom was hij geabonneerd op de telegramdienst van het KNMI. "Ik was er toen het nodig was, ik deed wat moest gebeuren", heeft hij later gezegd over zijn rol als burgemeester.’

Hoe ingrijpend die nacht van 31 januari 1953 ook voor hem moet zijn geweest, Cor van der Hooft zou er nadien niet vaak meer over spreken. Zoon Luut: ‘Een straat naar hem vernoemen, zou hij ook flauwekul hebben gevonden.’