VNG Magazine nummer 16, 25 oktober 2019

Auteur: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Erald van der Aa

Breda werd in oktober 1944 bevrijd. Niet door Britten of Canadezen, maar door de Polen. 75 jaar later kent de stad nog steeds een grote Poolse gemeenschap en koestert Breda zijn stedenband met Wroclaw. ‘We zijn de meest  Poolse stad van Nederland’, zegt burgemeester Paul Depla.
 

In september 1939 viel Polen als eerste land ten prooi aan de Duitse annexatiedrang. Na de snelle opmars van de nazi’s en de opdeling van Polen tussen Duitsland en de Sovjet-Unie, trokken veel Poolse militairen naar het Verenigd Koninkrijk. Vanuit daar werden nieuwe militaire eenheden in het leven geroepen.

In 1942 werd in Schotland de 1e Poolse Pantserdivisie opgericht, onder leiding van generaal Stanislaw Maczek en uitgerust met voornamelijk Britse tanks. In de weken na D-Day, in juni 1944, landde deze divisie in augustus in Normandië en rukte vervolgens op naar het noorden. In oktober 1944 stonden de troepen van Maczek voor Breda.

Daar deed de generaal iets waar ze hem in de stad nog altijd dankbaar voor zijn, zegt Jos Figlarek, voorzitter van de Stichting Jaarlijkse Herdenking Bevrijding Breda. ‘Maczek liet de tanks buiten de stad staan en gaf de opdracht zo weinig mogelijk van de stad kapot te maken. Daardoor is Breda redelijk onbeschadigd uit de oorlog gekomen.’

Militaire erevelden
Het offer was groot, wellicht groter dan wanneer de pantserdivisie de stad met tanks zou hebben ingenomen. Op de twee Poolse militaire erevelden die de stad kent, aan de Ettensebaan en in Ginneken in het zuiden van de stad, liggen in totaal 240 Poolse militairen begraven.

Na de bevrijding van Breda stoomden de Poolse troepen verder noordwaarts, tot ze via Drenthe en Groningen de Duitse Noordzeekust bereikten. Het doel was om Polen te bevrijden, maar dat was inmiddels overlopen door het communistische Rode Leger. De Poolse militairen die aan de zijde van de westerse geallieerden vochten, waren niet meer welkom in hun thuisland. 

Mooiste meisjes
Ruim driehonderd van hen keerden terug naar Breda, onder wie de vader van Jos Figlarek. Na de bevrijding van Breda waren de manschappen van Maczek nog enige weken in de stad gelegerd geweest. De jonge mannen ontmoetten er Brabantse meisjes, werden verliefd en trokken na de oorlog weer naar de stad om er een gezin te stichten. ‘Bredase jongens klaagden weleens dat de Polen de mooiste meisjes kregen,’ zegt Figlarek.

Inmiddels is er een derde en vierde generatie Bredanaars met Poolse wortels. Twee Poolse veteranen die naar Breda terugkwamen, zijn nog in leven. Zij zullen bij de viering een prominente plek krijgen. 

De Poolse invloed op de stad is groot. ‘Breda is de meest Poolse stad van Nederland’, zegt burgemeester Paul Depla. ‘Breda kan de bevrijding niet los zien van de Polen’, zegt ook Figlarek.

Straatbeeld
Je ziet het in het straatbeeld. De Generaal Maczekstraat ten zuidoosten van de binnenstad gaat wat verderop over in de Poolseweg. Aan de straat ligt een Poolse supermarkt waar de nieuwe generatie Polen, werkzaam in de bouw en in de tuinbouw in het nabijgelegen Zundert, haar boodschappen doet. Aan het begin van de Maczekstraat staat een monument waarop een Poolse adelaar een Duitse adelaar overwint. De bloemen in het perkje zijn rood en wit, gekleurd naar de Poolse vlag. Er staat ook een Duitse tank, in de oorlog veroverd door de Polen en nadien aan de stad geschonken. Als VNG Magazine er een kijkje neemt, krijgt een schoolklas net uitleg over de bevrijding. Iets verderop staat een Poolse kapel, ook met een rood-wit bloemperk. Er zijn twee Poolse culturele verenigingen. En er zijn de vele Poolse namen. ‘Ik zat op de pedagogische academie,’ zegt Figlarek. ‘Van de 22 studenten in mijn klas, waren er drie Pools.’

Stedenband
Breda houdt de herinneringen aan de bevrijders levendig. Niet alleen door ze elk jaar in oktober te herdenken, ook door actief de samenwerking met Polen te zoeken. Al jaren is er een innige stedenband met Wroclaw, in het zuidwesten van het land. Er is onder meer uitwisseling op cultureel gebied en op stedenbouwkundig terrein.

‘Wroclaw ligt in het hart van Europa,’ zegt Depla. ‘Door samen te werken, staan we in verbinding met Europa. Door zulke samenwerkingen is de kans op vrede en vrijheid het grootst.’ Naast de werkkamer van Depla op het stadskantoor hangt een tekening van het oude centrum van de stad, die voor de oorlog onder de naam Breslau Duits grondgebied was.

Onder meer op het gebied van waterbeheersing wisselen beide steden kennis uit. Wroclaw ligt aan de Oder. Die zorgde in de jaren negentig voor hoogwaterproblematiek. ‘Die tastte het erfgoed aan’, legt Depla uit. ‘Water is niet alleen een bedreiging, maar ook een kans om je als stad te profileren.’ Wroclaw en Breda kunnen op dat vlak van elkaar leren. De Brabantse stad werkt aan een project om de rivier, de Mark, terug te brengen in het centrum.

De uitwisseling is er ook op cultureel gebied. Bredase dansgezelschappen traden op in Wroclaw. Het kunstproject Blind Walls liet de Poolse kunstenaar Wojciech Kolacz (artiestennaam: Otecki) naar Breda komen om een 27 meter hoge muurschildering te maken, op een blinde muur op het gebouw van het voormalige belastingkantoor van de stad. Het werk in stemmige kleuren werd afgelopen september onthuld en herinnert aan de bevrijding door de Polen. De schildering is gebaseerd op een foto waarop twee jonge Bredase meisjes een boodschap schrijven op een binnenrollende Poolse tank. Afgelopen zomer schonk Breda Wroclaw al een muurschildering, van de Bredase kunstenaar Robin Nas (‘Zenk One’) . Ook dit werk refereerde aan de oorlog, en aan het vermogen om weer vooruit te blikken.

Om de viering van 75 jaar bevrijding luister bij te zetten, schonk Wroclaw Breda een kunstwerk, dat komend weekeinde wordt onthuld in een park aan de singel. Op een oppervlak met kasseien van Pools graniet zijn de sporen te zien van een Cromwell-tank; het voertuig van waaruit Maczek zijn troepen aanvoerde. De sporen vervagen langzaam, zodat de richting van de tank aan de verbeelding wordt overgelaten. Kunstenaar Tomasz Tomaszewski legt er begin deze maand de laatste hand aan. Hij is zelf geboren en getogen in Wroclaw en werkt er als docent aan de kunstacademie, zegt hij terwijl hij een sjekkie draait. 

Barman
Maczek vestigde zich na de oorlog in Edinburgh in Schotland, waar hij lang niet de erkenning genoot die hij zou moeten krijgen. De communisten ontnamen hem zijn Poolse nationaliteit, de Engelsen beschouwden hem, ondanks zijn rol in de oorlog, niet als een van hen. ‘Hij is nooit meer in Polen geweest’, zegt Figlarek, ‘hij werkte onder meer als barman.’ In het communistische Polen werd gezwegen over de heldendaden van de pantserdivisie. Tomaszewski kent de verhalen van zijn ouders, zegt hij, maar leerde er op school niets over. 

Tegenwoordig is dat anders. ‘De bevrijding van Breda heeft nu als heroïsche gebeurtenis in de historie van Polen een belangrijke betekenis’, stelt Depla. Naar Maczek zijn inmiddels scholen vernoemd, weet Figlarek. Als blijk van erkenning wordt de bevrijding van Breda op 29 oktober gevierd in het bijzijn van de Poolse president Andrzej Duda. Ook koning Willem-Alexander is erbij.

Generaal Maczek overleed in 1994 in Edinburgh, 102 jaar oud. Hij werd in Breda begraven, aan de Ettensebaan te midden van zijn manschappen. Zijn graf is nu – 25 jaar na zijn dood – nog altijd bezaaid met bloemstukken. Achter de begraafplaats wordt gebouwd aan het Generaal Maczek Memorial, dat bedoeld is als informatie- en documentatiecentrum. Het wordt op 31 maart 2020 geopend, de geboortedag van de generaal aan wie Breda zo veel heeft te danken.

Alle artikelen uit onze serie rond de viering van 75 jaar vrijheid zijn te vinden op vng.nl/vrij75.