VNG Magazine nummer 20, 21 december 2018
In het prachtige kantoorpand van de VNG, de Willemshof, kijk je door de glas-in-loodramen van de vroegere Willemskerk naar buiten. Tegen het eind van het jaar zijn we geneigd terug te blikken of te verwijzen naar wat komen gaat. Maar als ik me door die kerkramen laat inspireren, mezelf even een moment van bezinning gun, dan realiseer ik me dat het ook belangrijk is om stil te staan bij het nu.
Ik heb het gevoel dat er een kanteling gaande is. Decennialang hebben we gepleit voor decentralisatie. In 2015 vond de enorme decentralisatie van het sociaal domein plaats. Nu, op de grens met 2019, staan we aan de vooravond van decentrale afspraken over het klimaat en de invoering van de Omgevingswet.
Als we het hebben over decentralisatie dan denken we vaak in termen van boven naar beneden. Dan hebben we het over zaken vastleggen in de wet, over het afdwingen van afspraken, over toezicht en naleving. Maar als je dat omdraait, als je van beneden naar boven kijkt, dan ontstaat er een heel ander beeld. Dan kijk je vanuit de werkelijkheid, de dagelijkse praktijk van gemeenten, en zie je een lerende infrastructuur. We leren van elkaar als gemeenten. We leren van onze samenwerking met provincies en waterschappen. En we zien wat die samenwerking oplevert.
Lerend beleid maken: gemeenten zijn daar veel verder mee dan het Rijk
Lerend beleid maken: gemeenten zijn daar veel verder mee dan het Rijk. Als gemeenten moeten wij het Binnenhof helpen iets toe te voegen aan de werkelijkheid. Dat betekent dat we de belangen van gemeenten op een andere manier behartigen dan we tot nu toe hebben gedaan. Niet door het beleid van het Rijk naar gemeenten te vertalen, maar andersom: van beneden naar boven.
In 1977 was ik leerkracht van een internationale schakelklas in Rotterdam, waar ik lesgaf aan kinderen van over de hele wereld. Dat gaf een bepaalde urgentie aan mijn werk: als er ergens op de wereld een brandhaard zou ontstaan, zou dat gevolgen hebben voor mijn klas. Ik moest reageren op de werkelijkheid van dat moment, maar had daar niet de instrumenten voor in handen. Zo hadden we aan het begin van het schooljaar twaalf kinderen, aan het eind van dat jaar waren dat er achthonderd. Het beleid en de financiering waren daar niet op afgestemd. Die waren gebaseerd op de situatie van het verleden, terwijl de werkelijkheid zich heel anders ontwikkelde.
Beleid maken dat is afgestemd op de situatie van nu, niet op het verleden of de verre toekomst. Daarin zie ik een grote rol weggelegd voor gemeenten. Lokaal bestuurders die stilstaan bij de werkelijkheid van vandaag, creëren beleid dat aansluit bij de realiteit van hun inwoners.
Jantine Kriens is Algemeen directeur van de VNG: jantine.kriens@vng.nl, @kriens