VNG Magazine nummer 16, 25 oktober 2019

Missing media-item.

Zoals elk jaar bezoek ik ook deze herfst de algemene ledenvergaderingen van de provinciale verenigingen van gemeenten. Een van de onderwerpen die tijdens die bijeenkomsten voorbijkomen, is de invoering van de Omgevingswet. Op 1 januari 2021 treedt die in werking, dus voor gemeenten komt de deadline dichterbij. Maar hoe zat het nu ook alweer met die Omgevingswet? Waarom is die zo belangrijk en op welke gebieden gaat de nieuwe wet impact hebben?

Stel: je hebt een nieuw huis op het oog, maar je vraagt je af hoe het in de regio van die woning gesteld is met stikstofconcentraties. En hoe zit het met bestemmingsplannen? Wordt het weiland waar je nu nog op uitkijkt straks een nieuwbouwwijk? Met de nieuwe Omgevingswet kunnen inwoners straks makkelijker informatie vinden over hun leefomgeving en wordt het makkelijker om een vergunning aan te vragen. Wil je een dakkapel laten aanbrengen, dan kun je straks veel sneller zien wat de mogelijkheden en beperkingen zijn. Met de nieuwe wet moet het mogelijk worden om binnen acht weken een vergunning te verlenen, in plaats van de 26 weken die er nu nog voor staan.

Zo’n 70 procent van de aanvragen voor aanpassingen aan de leefomgeving is redelijk eenvoudig te verwerken. Voor deze aanvragen, neem de dakkapel als voorbeeld, kan de standaardprocedure voldoende zijn. Maar de overige 30 procent vraagt om een andere aanpak, en ook daarin voorziet de Omgevingswet. Stel: een projectontwikkelaar wil een jachthaven aanleggen in een natuurgebied, met daarbij een restaurant en een voorziening om brandstof te tanken. Samen met Rijk, provincie, waterschap en gemeente moet onderzocht worden hoe aan regelgeving kan worden voldaan, of hoe daarvan kan worden afgeweken zonder de omgeving en het milieu overmatig te belasten. Dat vraagt van overheden dat zij een eigen visie ontwikkelen op hun omgeving. In de omgevingsvisie moeten zij rekening houden met de verschillende belangen in een gebied. Tegelijkertijd kunnen zij een eigen, lokale inkleuring geven. Deze omgevingsvisie is vervolgens het kader waaraan vergunningaanvragen kunnen worden getoetst.
De nieuwe Omgevingswet vraagt óók van overheden, initiatiefnemers en experts dat zij met elkaar het gesprek aangaan en samen zoeken naar mogelijkheden. De gemeente houdt daarbij de regie en neemt uiteindelijk de beslissing, maar initiatiefnemers toetsen na afloop of en hoe er door betrokkenen is geparticipeerd. Het betekent dat gemeenten het proces van vergunningverlening anders moeten inrichten, en dat vraagt weer van ambtenaren dat zij anders gaan werken. De dienstverlening aan de inwoner staat centraal, niet de regelgeving en procedures.
Kortom: de Omgevingswet gaat grote veranderingen teweegbrengen. Is uw gemeente er al klaar voor?

Jantine Kriens is Algemeen directeur van de VNG, jantine.kriens@vng.nl, @kriens