Nummer 2, 9 februari 2018
Het onderwerp interbestuurlijke verhoudingen is ‘hot’ dezer dagen. Het feit dat we er zo veel over spreken, betekent dat het nog steeds schuurt. Soms lijkt het wel alsof we, in alle lagen van de overheid, wel anders wíllen maar niet anders kúnnen.
Daarom moest ik terugdenken aan de tijd dat ik zelf als wethouder in Rotterdam betrokken was bij het Integraal Jeugdbeleid Rotterdam. Daar ging het natuurlijk om jongeren die klem zaten of buiten de boot dreigden te vallen. Maar daarbij keken we bijvoorbeeld ook naar onderwijsachterstanden, gezinsproblematiek en de snel veranderende demografische samenstelling van de stad. Bij het zoeken naar oplossingen betrokken we het onderwijs, de jeugdzorg en, als dat echt nodig was het strafrecht (OM). Verder haalden we er de ouders en de buurt bij.
Ik heb op deze plek al eerder een oud-Afrikaans gezegde genoemd waar onder andere Hillary Clinton eens naar verwees in een boektitel: It takes a village to raise a child. Dat brachten we hier in praktijk! Het beste bewijs dus dat het kán, als je het wílt. En het bewijs dat het niet eenvoudig is. Voor het Integraal Jeugdbeleid Rotterdam was een hoop geld beschikbaar. Daar zat óók rijksgeld bij. En alle gulle gevers eisten natuurlijk een verantwoording op hun aspecten. Het Rijk bijvoorbeeld financierde niet mee aan ‘preventie’ en de gemeenteraad weer wel aan het onderhoud van schoolgebouwen. Dus integraal beleid maar geen integrale verantwoording. Dat levert een berg werk en papier op (we spreken over de jaren negentig, dus predigitaal) en weinig inzicht bij de betrokken partijen.
Integraliteit is geen modegril, maar bittere noodzaak
Daar hebben we toen een eind aan gemaakt. We zijn overgestapt op één rapportage voor iedereen, van de gemeenteraad tot de rijksoverheid. Alleen in de financiële verantwoording was via een ‘hartjes-systeem’ terug te zien wat de bron van het geld was. En daar ging iedereen mee akkoord. Nu zijn we twintig jaar verder en het lijkt wel alsof we ten opzichte van
toen áchteruit gegaan zijn in plaats van vóóruit.
De werkelijkheid gaat in een gemeente zo veel sneller en elk vraagstuk is altijd onderdeel van een grotere puzzel. Integraliteit is geen modegril, maar bittere noodzaak. Departementen die verantwoordelijk zijn voor een deelgebied zijn natuurlijk een vitale partner in het integrale lokale beleid maar dat kan geen grond (meer) zijn voor een hiërarchische relatie. Als ieder zijn rol speelt en zijn taak oppakt in het grotere geheel heeft niemand macht en iedereen invloed.
Jantine Kriens is Algemeen directeur van de VNG.
jantine.kriens@vng.nl, @kriens