VNG Magazine nummer10, 7 juni 2019

De Europese verkiezingen leren ons een aantal duidelijke lessen voor de lokale democratie. De eerste les is dat we de traditionele politieke partijen nog niet helemaal moeten afschrijven. De wonderbaarlijke wederopstanding van de PvdA laat zien dat veel kiezers nog steeds tenderen naar het politieke centrum en niet allemaal naar de extremen van ons politieke landschap trekken. Ook regeringspartij VVD won, mét een duidelijke pro-Europese boodschap. 

Een tweede les is dat – ondanks alle kritiek en twijfel bij Europese integratie – de overgrote meerderheid van Nederland gewoon door wil met de EU en zeker geen voorstander is van een ‘nexit’. De pro-Europese partijen (PvdA, VVD, CDA, D66, GroenLinks) wonnen gezamenlijk 63,5 procent van de stemmen en bij de zes grootste partijen zat maar één anti-EU-partij: Forum voor Democratie. Partijen met een echte anti-EU boodschap (PVV en FvD) kregen gezamenlijk slechts 14,4 procent. Eurokritische partijen (ChristenUnie-SGP, SP, Partij voor de Dieren en 50PLUS) behaalden gezamenlijk 18 procent. De chaos in het Verenigd Koninkrijk rond de brexit heeft in Nederland geleid tot meer steun voor Europese integratie. Zelfs anti-EU-partijen zijn intern verdeeld over een vertrek van Nederland uit de EU en de euro.

De derde les is dat de politieke versplintering ook doorzet op Europees niveau. Weliswaar verdwijnen SP en PVV uit het Europees Parlement, maar als je met minder dan 19 procent de grootste partij van Nederland wordt, is de versnippering overduidelijk.

In Nederland kunnen negatieve campagnes slecht uitpakken

Een vierde les is dat in Nederland negatieve campagnes heel slecht kunnen uitpakken. Zeker als je die campagne duidelijk op de man speelt in plaats van op de inhoud. De SP probeerde Frans Timmermans weg te zetten als een federale eurofiel, die met corrupte Brusselse elite-vriendjes de belangen van Nederland verkwanselt. De SP werd zwaar gestraft en verloor twee zetels. Inhoudelijk was het ook onverstandig, want de meeste linkse kiezers zijn voor Europese samenwerking en velen willen juist dat Europa meer gaat doen op het sociale vlak en bijvoorbeeld grote bedrijven, die nu belasting ontwijken, zwaarder gaat belasten.

De laatste les is dat personen een rol spelen, maar anders dan de meeste mensen denken. Populistische leiders als Wilders worden door kiezers massaal aan de kant gezet voor the new kid on the block. Baudet is al de vierde populist (na Fortuyn, Verdonk en Wilders) en het wachten is op nummer vijf. Anti-immigratie-kiezers stemmen ook gewoon inhoudelijk en de partij met de sterkste boodschap in die richting wint. De populistische leider zelf is inwisselbaar. Ook het vermeende Timmermans-effect is niet een persoonlijk effect, maar gewoon de aantrekkingskracht van een inhoudelijke boodschap die goed bij de persoon past: gematigd, pro-Europees.

André Krouwel is oprichter van Kieskompas en werkt als politicoloog aan de Vrije Universiteit: andre.krouwel@vu.nl, @AndreKrouwel