VNG Magazine nummer 18, 22 november 2019

Mijn vader was Zwarte Piet. Jarenlang maakte hij in december een aantal dagen zijn gezicht zwart en deelde hij pepernoten uit aan kinderen in Lexmond en Vianen. Was mijn vader dus een racist? Ik kan mij niet herinneren dat hij ooit iets racistisch heeft gezegd, maar hij had wel vooroordelen. Net als u.

Iedereen heeft vooroordelen. Ons brein categoriseert. Zo leren jonge kinderen al snel het verschil tussen een jongen en een meisje, maar het waardeoordeel bij die categorieën wordt aangeleerd. Die waardeoordelen krijg je van huis uit mee van je ouders, de kerk of moskee, familie en vrienden, de trainer op de club of zelfs via school. Maar ook door de eigen observaties van hoe de wereld in elkaar steekt.

Er is zelfs een ideologisch patroon te zien in vooroordelen. Rechtse en conservatieve mensen hebben vaker vooroordelen over immigranten, homoseksuelen, ambtenaren, moslims, werklozen, intellectuelen en klimaatactivisten. Linkse en progressieve mensen hebben vaker vooroordelen over ondernemers, jagers, christenen, politieagenten en militairen. Iedereen haat bankiers. En terecht. Stelletje dieven.

Er is een supersterk medicijn tegen vooroordelen en discriminatie: twijfel

Vooroordelen, wantrouwen en angst voor de ander hadden een heel nuttige functie. Om de eigen stam te beschermen was het in de oertijd verstandig om zonder enige informatie aan te nemen dat de andere stam eropuit was om jou en jouw zonen te vermoorden en je vrouw(en) te verkrachten. Nog steeds zijn angst en onbegrip de belangrijkste bron van vooroordelen en discriminatie. Discrimineren is andersdenkenden of mensen met een andere huidskleur, seksuele voorkeur, religie of woonbuurt wegzetten als ‘anders’ en minderwaardig.

Dat werkt wederom via die categorieën in ons brein. We delen mensen in op basis van (uiterlijke) kenmerken en rangschikken die dan op basis van onze beperkte kennis en vooroordelen. Dit proces van ‘othering’ (de term komt van Edward Said) is soms onbewust, maar niet ongevaarlijk: hierdoor wordt het mogelijk om de ‘ander’ niet langer als gelijke te zien. Een vooroordeel verhardt dan snel tot een diepgevoeld wantrouwen ten aanzien van de intenties en moraliteit van de ander.

Er is een supersterk medicijn tegen vooroordelen en discriminatie: twijfel. Werkt altijd.
Misschien is iemand die zijn gezicht zwart maakt voor een kinderfeestje niet onmiddellijk een racist, maar zich gewoon niet bewust dat ‘knechten’ ook refereert aan onderdrukken en onderwerpen van slaven. En voordat u boos wordt op mensen die zich zeer ongemakkelijk voelen bij Zwarte Pieten omdat zij dat zien als het negatief categoriseren van niet-blanken, veeg dat dan niet meteen aan de kant. Vraag elkaar gewoon waarom je iets doet. Twijfel even aan jezelf, voordat je gelijk twijfelt aan de ander.

Ik kan het mijn vader niet meer vragen of hij een racist was. Maar u kunt het wel gewoon vragen. Een fijne sinterklaasviering gewenst.

André Krouwel is oprichter van Kieskompas en werkt als politicoloog aan de Vrije Universiteit: andre.krouwel@vu.nl, @AndreKrouwel