Nummer 1, 26 januari 2018
Elk jaar vinden tientallen evenementen en demonstraties plaats, waarbij de samenleving zich hardop afvraagt of er wel ruimte voor moet zijn. Denk aan bijeenkomsten van bepaalde regimes, of een demonstratie tegen de komst van een buitenlandse minister. De afweging of iets wel of niet doorgaat, is aan de burgemeester. Het afwegingskader was jarenlang duidelijk, maar voldoet niet meer, stelt de Rijswijkse burgemeester Michel Bezuijen. Burgemeesters zitten hierdoor behoorlijk in de knel. Namens hen luidt Bezuijen de noodklok. Hij doet een dringend beroep op de regering om snel duidelijkheid te verschaffen.
De roep vanuit de samenleving om gevoelige evenementen op voorhand te verbieden, wordt steeds luider, terwijl we als burgemeesters de taak hebben om de Grondwet te beschermen. Hierin is vastgelegd dat iedereen het recht heeft om te demonstreren. Slechts in een uitzonderlijk geval kan een burgemeester besluiten een bijeenkomst of demonstratie niet door te laten gaan. Daarbij is het enig geldende argument dat van de openbare orde. Alleen wanneer die niet kan worden gewaarborgd, kan worden besloten een demonstratie of bijeenkomst te verbieden. En dat is pas het geval als de politie niet voldoende manschappen kan mobiliseren. Een hoge drempel, maar op zichzelf helder en duidelijk.
Inhoudelijk oordeel
Jarenlang konden we met deze uitleg uit de voeten. In het huidige tijdsgewricht lijkt het afwegingskader niet meer te volstaan. Wat burgemeesters inhoudelijk van een evenement of demonstratie vinden, was nooit relevant. In de praktijk wordt van ons echter steeds vaker gevraagd wel degelijk een inhoudelijk oordeel te vellen. Simpelweg omdat de politiek en de samenleving dat van ons eisen. Denk bijvoorbeeld aan de gebeurtenissen vorig jaar in Veldhoven en Rotterdam. Hierdoor is het steeds ingewikkelder om de rol van burgervader of -moeder goed te vervullen.
Op het moment dat er een evenement plaatsvindt, houdt Den Haag zich stil
Ik spreek uit eigen ervaring. De gemeente Rijswijk is met 51.000 inwoners een rustige en veilige gemeente waar je niet snel demonstraties zou verwachten. Niets is minder waar. Meerdere keren per jaar vinden in onze stad bijeenkomsten en demonstraties plaats die gepaard gaan met de nodige media- en politieke aandacht. Ook bij een festival ter ere van de Eritrese cultuur ontstond vorig jaar discussie. Kern van deze discussie was dat het niet zo kon zijn dat een regime dat de mensenrechten schendt, een bijeenkomst in Rijswijk hield. De rijksoverheid doet er alles aan om het Eritrese regime buiten de deur te houden, maar op het moment dat er een evenement plaatsvindt, houdt Den Haag zich stil en is het ineens aan de burgemeester. Ik begrijp dat het zo werkt, maar mijn gevoel komt hiertegen in opstand.
Schemergebied
De anti-Zwarte Piet-demonstratie in Dokkum was voor mij de druppel. Nadat de demonstranten waren tegengehouden op de snelweg klonk niet alleen verontwaardiging omdat het recht op demonstratie en vrijheid van meningsuiting was geschonden. Tot op kabinetsniveau was er begrip voor het tegenhouden van de demonstranten. In mijn ogen is nu een schemergebied ontstaan en wordt met twee maten gemeten.
Duidelijkheid
Om te voorkomen dat de positie van burgemeesters nog verder in de knel raakt, roep ik de regering en in het bijzonder de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Kajsa
Ollongren op tot het verschaffen van duidelijkheid. We zijn als burgemeesters gebaat bij een helder verhaal over de mogelijkheden en beperkingen bij het wel of niet door laten gaan van demonstraties en bijeenkomsten. Niet om nieuwe wet- en of regelgeving te maken of nóg meer bevoegdheden te krijgen, maar wel om lokale gezagdragers te ondersteunen bij de bijzonder ingewikkelde afwegingen die zij intussen moeten maken. Als we echt van mening zijn dat er ook inhoudelijke afwegingen moeten worden gemaakt, bijvoorbeeld omdat we een bepaald regime hier niet willen faciliteren, dan stel ik voor de discussie daarover snel te starten. Ik laat mij daartoe graag uitnodigen.