VNG Magazine nummer 10, 7 juni 2019

Auteur: Joan Briels (De Werkgroep), wethouder Jeugd in Laarbeek

Net als veel gemeenten wordt Laarbeek geconfronteerd met tekortschietende budgetten voor de jeugdzorg. De ozb lijkt daarbij verworden tot een verkapte zorgpremie. De financiële impuls van het Rijk is zeer welkom, maar de gemeente moet volgens wethouder Joan Briels ook zelf aan de slag. Hij is voornemens een vrijwillige ouderbijdrage te vragen. Is de wethouder gek geworden? Misschien wel, zo zegt Briels zelf. Maar we moeten érgens beginnen om een gewenste beweging in gang te zetten, aldus de wethouder.

Laat ik vooropstellen dat mensen die deze ouderbijdrage niet kunnen betalen zich vooral niet bezwaard moeten voelen. De benodigde zorg is en blijft ook voor hen gewaarborgd. Ik zie de ouderbijdrage in het licht van de transformatiegedachte, die wat mij betreft naast een inhoudelijke ook een financiële component kent: bijdragen naar vermogen. Daarmee is mijn vraag gerechtvaardigd. Met deze bijdrage wil ik tevens het kostenbewustzijn van zorgvragers verhogen. Wat, waarom, en tegen welke prijs?

Debat 
Natuurlijk schuurt een besluit als dit met de wetgeving, en zeker ook met de gevoelens van betrokken ouders en kind. Daarvan ben ik me zeer bewust. Maar vragen staat vrij, zo heb ik geleerd. Veel verwacht ik niet te ontvangen, daar gaat het in beginsel ook niet om. Met deze maatregel hoop en verwacht ik vooral de aanzet te geven tot een breed maatschappelijk debat. Een noodzakelijk debat dat uiteindelijk moet leiden tot verbetering van de zorg voor onze jeugd. Ik ben van mening dat de focus momenteel te veel en eenzijdig wordt gelegd op de budgetoverschrijdingen in de zorg, het financiële aspect. Blijkens ook de vraag van gemeenten aan het kabinet om extra middelen. Een vraag die ik overigens ondersteun. Maar zoals gezegd, er is meer nodig. Als samenleving zouden we ons de spiegel eens voor moeten houden. Waar zijn we eigenlijk mee bezig?

Ik pleit ervoor de samenleving meer passend te maken voor onze jeugd

We kunnen het kabinet niet verantwoordelijk houden voor het toenemend aantal (v)echtscheidingen met alle gevolgen voor betrokken jeugdigen van dien. Net zomin als voor de handelingsverlegenheid bij het opvoeden die we vaak kennen, waarbij steeds vaker professionele hulp ingezet moet worden. De vraag is wat de onderliggende oorzaak is van de toenemende behoefte aan zorg. Zo eist onze prestatiegerichte maatschappij nadrukkelijk haar tol. Wat ik daarnaast zie, is dat het ons steeds minder lukt het leven te accepteren zoals het zich aandient. We leven in een (veronderstelde) maakbare samenleving en die blijkt tot spijt van velen minder maakbaar dan gedacht. Iedere dag op de toppen van ons kunnen; mooier, beter, rijker, leuker en spannender. Zeker waar het onze overbeschermde kinderen betreft, willen we geen enkel risico nemen dat het geluk mogelijk in de weg staat. Wanneer het niet gaat zoals gewenst, moet dat zo snel mogelijk geduid, ‘gecorrigeerd’ en verholpen worden. Dat leidt tot een toenemende behoefte aan diagnoses met daaraan gekoppelde medicatie en/of professionele hulp. 
Pech moet weg. Steeds meer hulp voor steeds kleinere problemen. Problemen die vaak behoren tot het normale opgroeien, maar die niet meer passen in ons drukke bestaan waar succesvol en gelukkig zijn tot norm zijn verheven. In plaats van het kind passend te maken, pleit ik ervoor de samenleving meer passend te maken voor onze jeugd.

Is alles zorg? Dat is de vraag die bij me opkomt, net zoals de vraag waar we in de zorg eigenlijk mee bezig zijn. Ik sta daar overigens niet alleen in getuige de uitspraken van CDA-Kamerlid René Peters in een recent blog: ‘Wat willen we nou echt met z’n allen? Is alles zorg?’ Vandaar nu mijn oproep vanuit Laarbeek. Noem me gek, noem me een pionier. In elk geval blijf ik niet langer afwachtend toekijken hoe ons zorgstelsel tot steeds meer problemen leidt.

Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl