VNG Magazine nummer 15, 11 oktober 2019
Auteur: Wouter Struijk, wethouder gemeente Nissewaard
Vorige maand demonstreerden jeugdwerkers in Den Haag. Wethouder Wouter Struijk van Nissewaard spreekt van een historisch moment. ‘Wat zij willen, is kinderen een betere toekomst geven, ook als zij hier zelf een stapje harder voor moeten zetten. Dat zij nu staken, zegt iets over de urgentie, de druk en noodzaak om de jeugdzorg onder de aandacht te brengen en in beweging te krijgen’, betoogt de wethouder, die onder meer jeugd en onderwijs in portefeuille heeft.
De jeugdwerkers staakten niet omdat alles fout gaat en de decentralisatie van de jeugdzorg richting gemeenten niet goed is. Wel omdat alles onder druk staat door nieuwe structuren, nieuwe samenwerkingspartners, gebrek aan geschoold personeel, stijgende zorgvraag en beperkt budget. De toenemende dynamiek in de samenleving én de totale verandering van het stelsel vragen om een fikse investering. Niet alleen uit te drukken in geld, maar ook in tijd, aandacht en inspiratie.
Iedereen onder druk
Die investering gun ik onze jeugdwerkers, maar bovenal die kwetsbare kinderen waar zij het voor doen. Doordat iedereen onder druk staat, zie ik te vaak wilde discussies over schuldvragen, met als grootste belang iemand aan te wijzen die het fout heeft gedaan. Dan lijken we elkaars tegenstanders in plaats van samenwerkingspartners. Het zou moeten gaan over de hulpvraag van het kind. Door wachtlijsten worden kinderen later geholpen, waardoor problemen kunnen verergeren. Door ingewikkelde casuïstiek durven sommige organisaties geen behandeling op te starten en staan kinderen voor een dichte deur. Dat leidt tot enorm onbegrip en fikse frustratie bij alle betrokkenen. Door te durven investeren, kan er weer ruimte en lucht ontstaan voor jeugdzorgwerkers, ouders en kinderen. De kinderen verdienen beter.
Samenwerking
Om kinderen de hulp en veiligheid te kunnen bieden die zij nodig hebben, is het belangrijk dat er een goede samenwerking is tussen alle betrokken partijen. We mogen gebruikmaken van elkaars expertise en we kunnen en mogen van elkaar leren. Dat kan alleen als we als gemeenten samenwerken met jeugdhulpaanbieders ondersteund met extra budget vanuit het Rijk. Zodat we tijd en ruimte hebben om creatieve oplossingen te bedenken met de belangen van het kind centraal.
Ik ben meerdere keren meegelopen met jeugdwerkers en zij met mij. Ik kan het iedereen aanraden. Weten wat de ander drijft om je horizon te verbreden en elkaar beter te begrijpen, helpt je om de stip op de horizon te bewaken. De horizon kan soms totaal verschillend zijn, maar de stip is vaak dezelfde: een kind dat veilig en kansrijk kan opgroeien.
We lijken elkaars tegenstanders in plaats van partners
Verschil maken
Wat we nodig hebben zijn ambassadeurs van de jeugdzorg. Kinderen, ouders, jeugdwerkers, ambtenaren en bestuurders die de stip bewaken. We leren elkaar beter kennen, krijgen begrip voor elkaars werkelijkheid en werken met elkaar samen. We durven de stap te zetten door op te komen voor dat wat wij belangrijk vinden en te kijken wat nodig is om dit te bereiken. Door een gezamenlijk perspectief te ontwikkelen via brede en transparante overlegtafels bundelen wij als ambassadeurs van de jeugdzorg onze krachten en kunnen wij een verschil maken. Het zou helpen als het Rijk ons daartoe in staat stelt, zodat we daadwerkelijk vorm kunnen geven aan hulp en veiligheid zoals het Rijk dat bedoeld heeft. Zo kunnen de gemeenten hun gewenste verantwoordelijkheid pakken door keihard aan de slag te gaan. Ik kijk daarnaar uit en durf die uitdaging aan met al die jeugdwerkers om ervoor te zorgen dat de kinderen krijgen waar zij recht op hebben.
Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl