De gemeente heeft de voorbereiding op het einde van TAM-IMRO georganiseerd.
Voor het overstappen van TAM-IMRO naar STOP-TPOD is het nodig keuzen te maken, acties te ondernemen en vaardigheden op te bouwen. De andere 6 minimale acties maken dat duidelijk. De omvang en impact zal verschillen per gemeente, maar is (meestal) zodanig dat een projectmatige aanpak noodzakelijk is.
Daarbij moet het voor alle betrokkenen helder zijn dat niet of te laat voorbereiden een risico betekent voor de voortgang van gebiedsontwikkeling. De doorlooptijd van voorbereidingsprocessen betekent dat gemeenten hiermee uiterlijk medio 2025 moeten starten.
Steunvragen
Gebruik deze steunvragen als hulpmiddel om te inventariseren hoe ver u bent met deze minimale actie.
Een projectmatige aanpak vraagt om het helder beleggen van de rol van coördinator of projectleider van dit traject. Het is aan deze persoon om sturing te geven aan het geheel, volgens gangbare principes en werkwijzen van projectmanagement. Denk aan:
- formuleren doel
- aanpak
- acties
- planning
- capaciteitsbehoefte
- afstemmen met de opdrachtgever
Geen project zonder opdrachtgever. Deze opdrachtgever moet in staat zijn capaciteit en middelen te organiseren en zorg te dragen dat de benodigde managementbesluiten worden genomen. Ook informeren van bestuurders, voor zover nodig, behoort tot de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever.
Het uitvoeren van de benodigde acties vraagt om het bijeenbrengen van uiteenlopende rollen en vaardigheden. Op zijn minst is de betrokkenheid gewenst van medewerkers vanuit de afdeling gebiedsontwikkeling of projecten, een planjurist, een regelanalist en een GIS-medewerker.
Wanneer de gemeente (een groot deel van) het opstellen van het omgevingsplan uitbesteed, kunnen deze rollen deels vanuit het adviesbureau worden ingevuld. Maar de gemeente blijft verantwoordelijk voor de regievoering.
Het is van belang om de 7 minimale acties ‘om te werken’ tot een overzicht van acties specifiek voor de eigen gemeente. Hierbij moet u rekening houden met de eigen strategische keuzen, organisatie, beschikbare capaciteit en vaardigheden. En (uiteraard) met de verwachte ontwikkelingen in het aankomende jaar.
Bij alle gemeenten leert de ervaring dat het opbouwen van het omgevingsplan geen ‘lineair’ proces is. Vaak blijkt gedurende het traject dat eerdere ideeën en actielijnen moeten worden bijgesteld op basis van voortschrijdend inzicht. Het is van belang om hiervoor ruimte te organiseren bij het opstellen van de aanpak.
Bij actie 1 Strategische keuzen uitfaseren TAM-IMRO is benoemd dat het uitfaseren van TAM-IMRO vraagt om een aantal strategische of managementkeuzen. De analyse door van de voor- en nadelen van opties ligt meestal bij ‘de uitvoering’. Bespreken en afwegen van de opties met management en uitvoering gezamenlijk moet georganiseerd worden.