Veel gemeenten zijn in de eerste weken van dit jaar begonnen met het vervroegd herberekenen van de beslagvrije voet.
Bij het herberekenen gebruiken gemeente vaak het meest recente inkomen van de inwoner. Dit inkomen van januari of februari 2023 wordt door de medewerker van de gemeente handmatig ingevoerd in de rekentool. De medewerker vervangt hiermee het gemiddelde inkomen van de laatste maanden van 2022 waar de rekentool daarvoor de berekening op baseerde.
Meerdere gemeenten stellen bij ons vragen en/of geven het signaal af dat in de rekentool in het webportaal van het Inlichtingenbureau het inkomen wel aangepast kan maar de periode waar het inkomen betrekking op heeft niet. Met als gevolg dat de inwoner in het overzicht van uw beslagvrije voet (voorheen modelmededeling) wel het inkomen uit januari of februari 2023 ziet staan maar als indicatieperiode de laatste maanden van 2022. Dit komt niet overeen en kan voor verwarring zorgen bij de inwoner.
Daarvoor bieden we een tijdelijke oplossing. In het format voor de begeleidende brief is een optionele tekst opgenomen die gemeenten in deze situatie kunnen gebruiken. Totdat de rekentool is aangepast. In de format brief bij modelmededeling Wvbvv 2023 wordt de inwoner erop geattendeerd dat de vermelde indicatieperiode op het overzicht niet klopt, maar dat bij de berekening van de BVV wel is uitgegaan van het correcte actuele inkomen van de laatste maand.
Naar aanleiding van de gestelde vragen en het signaal hebben we een nieuwe Q&A (vraag 3.26) toegevoegd aan de Q&A Wvbvv.
De rekentool van Stichting Netwerk Gerechtsdeurwaarders (SNG) biedt overigens wel de mogelijkheid om de indicatieperiode aan te passen. Voor gemeenten en samenwerkingsverbanden die gebruik maken van deze rekentool is dit issue niet van toepassing.