De kinderopvangtoeslagenaffaire dwingt gemeenten en ketenpartners om te reflecteren op toezicht en handhaving in het sociaal domein. Niet eenmalig, maar continu.
Met het oog op de kinderopvangtoeslagenaffaire past de overheid slechts nederigheid. Maar we moeten dit monster ook in de ogen durven kijken. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat dit in de toekomst niet meer kan gebeuren. Op dit moment heeft handhaving voor velen een wrange bijsmaak. Gelukkig zag ik gemeenten en ketenpartners het afgelopen jaar ‘in het oog van de storm’ lef tonen. Ze namen hun werkwijze onder de loep zonder afbreuk te doen aan het belang van toezicht en handhaving voor een houdbaar sociaal stelsel. Nederig en realistisch.
Het hele veld in beweging
Deze beweging zie ik bij de afzonderlijke gemeenten en partners, maar ook bij de verantwoordelijke ministeries en in de verschillende samenwerkingsverbanden Overal liggen vergelijkbare vragen op tafel. Doen we wat we doen nog wel goed als we kijken naar het doel en de geest van de wet? In onze overleggen met de Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSI) en de Taskforce Integriteit Zorgsector (TIZ) merk ik dat er echt reflectiemomenten worden ingebouwd. Hetzelfde zie ik in onze contacten over de kinderopvang met de GGD GHOR en brancheorganisaties. We willen met elkaar echt iets goeds neerzetten: toezicht en handhaving die recht doen aan verleden en toekomst.
Preventie, maatwerk en menselijke maat
Deze reflectie leidt tot meer preventie, maatwerk en menselijke maat. Het uitgangspunt is vertrouwen. Vrijwel niemand zit voor zijn lol in de bijstand. Daarnaast is algemeen bekend dat mensen die het financieel lastig hebben, vaak niet rationeel en rustig over zaken kunnen nadenken. Van welke kant je het ook bekijkt, het is belangrijk dat we mensen zien als individu en hen helpen bij het naleven van de regels. En maakt iemand een fout, dan moeten we ook kijken naar het effect van een terugvordering, maatregel of boete op zijn situatie. Zo geven we de begrippen maatwerk en menselijke maat een gezicht.
Overigens wil ik wel in de bres springen voor de toezichthouders en handhavers die met de publieke opinie op de hielen hun werk moeten doen. Collega’s die ik spreek doen dit werk stuk voor stuk vanuit betrokkenheid bij mens en stelsel. Het zijn mensen die willen voorkomen dat burgers ernstig(er) in de problemen komen en tegelijk het draagvlak voor ons mooie stelsel overeind willen houden.
Proportionele gegevensuitwisseling
Ook gegevensuitwisseling verdient reflectie. We moeten continu blijven nadenken voor wie we het doen, waarom we het doen, wat het effect ervan is en of we dit echt willen. Natuurlijk geldt dit voor het gebruik van risicoprofielen, maar bijvoorbeeld ook het werken met samenloopsignalen van het Inlichtingenbureau ligt onder een vergrootglas. Terwijl dat juist de klantvriendelijkheid vergroot. Je hoeft mensen niet naar de bekende weg te vragen en fouten komen snel aan het licht. Zo voorkom je grotere problemen. Toch dwingt deze tijd ons om ook naar dergelijke werkwijzen te kijken. Dat vraagt veel van bestuurders, beleidsmakers en uitvoerders binnen gemeenten. Meer dan ooit is ‘zo doen wij dat hier nu eenmaal’ een leeg argument.
Omgekeerde wereld
Binnen de Wmo en Jeugdwet zien we opvallend genoeg een omgekeerde trend. De roep om steviger (preventief) toezicht en meer mogelijkheden voor gegevensuitwisseling vinden steeds meer vruchtbare grond. Dat heeft alles te maken met de grote impact van onrechtmatigheden in de zorg. Het gaat vaak om forse bedragen, er is regelmatig een link met ondermijning én, kwetsbare mensen worden er de dupe van. In wezen gaat dat in de kern ook weer over de menselijke maat.
Samen op naar een goed 2022
Bij de Algemene Ledenvergadering van de VNG hebben gemeenten massaal aangegeven samen te willen werken aan beter toezicht en betere handhaving. In dat samen ligt wat mij betreft de sleutel. Zo kunnen we van elkaar leren, met elkaar discussiëren en toezicht en handhaving als één overheid verder brengen. Dat zal van ons allemaal nog flinke krachtsinspanningen vergen. Een aanrader voor de rustige momenten tijdens de komende feestdagen is het rapport ‘Tussen staat en menselijke maat – Handhaving in de sociale zekerheid’ van de Nationale School voor Openbaar Bestuur. Een beschouwing die inspireert om eens rustig na te denken over ons mooie vak in verander(en)de tijden.
Ten slotte wil ik u allemaal enorm bedanken voor de verrijkende en energieke samenwerking in het afgelopen jaar. Ik wens u allen hele prettige kerstdagen in mooi gezelschap en een voorspoedig 2022. Een jaar waarin we doorbouwen aan de menselijke maat van toezicht en handhaving. ‘Zo gaan we dat hier vanaf nu doen.’