Deze wegwijzer hoort bij actie 16 uit de lijst met minimale acties. De gemeente heeft keuzen gemaakt over de uitgangspunten, structuur en insteek van het nieuwe omgevingsplan. Daarbij is ook bepaald in welke stappen en in welk tempo het nieuwe omgevingsplan wordt opgesteld. Het eén en ander in lijn met de kaders vanuit rijks- en provinciale regelgeving en volgens een met de gemeenteraad afgestemd plan van aanpak.
Urgentie
De gemeente heeft tot einde overgangstermijn (in ieder geval tot en met 2029) de tijd om het tijdelijke omgevingsplan om te vormen tot een omgevingsplan nieuwe stijl: een omgevingsplan dat voldoet aan alle regels en de bedoeling van de Omgevingswet. Dit is in de meeste gemeenten een proces van enkele jaren. De keuze van de eerste wijziging van het omgevingsplan heeft gevolgen voor het hele nieuwe omgevingsplan. Die keuze kan niet worden genomen over de band van een ‘project’. Het is verstandig om nu te beginnen met oriënterende en voorbereidende stappen. Relevant hierbij is dat wanneer het langer duurt om te komen tot het nieuwe omgevingsplan, dit tot gevolg heeft dat een langere periode het oude regime (tijdelijk omgevingsplan) en nieuwe regime (nieuw omgevingsplan) naast elkaar bestaan. Daarom wordt geadviseerd in het plan te sturen op een zo kort mogelijke periode voor het opstellen van het nieuwe omgevingsplan. Het is daarnaast van belang om de kaders en de eigen beleidskeuzes van de gemeenten goed te kennen; provinciale instructieregels kunnen bijvoorbeeld betekenen dat sommige onderdelen van het omgevingsplan al (ruim) voor (vooralsnog) 2029 vastgesteld moeten zijn (denk aan klimaatadaptatie, energietransitie etc.).
Er zijn geen verplichte onderdelen die voor inwerkingtreding geregeld moeten zijn. Wel zijn er onderdelen waarvan het wenselijk is dat deze voor IWT gedaan zijn:
1. Breng het huidige instrumentarium op orde
Inventariseer en breng de huidige lokale verordeningen en bestemmingsplannen op orde. Denk bijvoorbeeld aan de gehanteerde begrippen, aan de onderwerpen die dubbel geregeld zijn en de verschillen op onderwerp tussen verschillende bestemmingsplannen. Het op orde brengen van het huidige instrumentarium (bestemmingsplannen en verordeningen) kan bijdragen aan een betere dienstverlening in de overgangsfase en helpt bij het in kaart brengen van de regels die omgezet moeten worden naar het omgevingsplan nieuwe stijl.
Let op, inventariseer ook:
-
De instructieregels van het Rijk en uw eigen provincie. Een wijziging van het omgevingsplan moet daaraan voldoen.
-
De bruidsschat, zodat daar ook rekening mee gehouden wordt in de structuur en inhoud van het omgevingsplan nieuwe deel.
2. Maak keuzen over de uitgangspunten, structuur en insteek van het nieuwe omgevingsplan
De ontwerpkeuzen voor de structuur van het omgevingsplan die de gemeente bij de eerste wijziging van het omgevingsplan maakt, bepaalt de structuur van het nieuwe omgevingsplan. Dit komt onder andere doordat een omgevingsplan het hele grondgebied van de gemeente omvat. Keuzen gelden dus voor de hele gemeente, niet alleen per gebied. Dat geeft minder ruimte om het plan voor een of meer deelgebieden een afwijkende structuur te geven. Daarnaast moet uiteindelijk aan het eind van de overgangsfase een deel van de lokale gemeentelijke verordeningen, (waaronder de APV) opgenomen worden in het omgevingsplan. Dit maakt het lastig om in een later stadium van de overgangsfase te switchen naar een andere structuur. Het is dus verstandig om vooraf een ontwerp te maken van het daadwerkelijke omgevingsplan. Dat geeft de ruimte om weloverwogen richtinggevende keuzen te maken en het omgevingsplan nieuwe stijl gestructureerd op te bouwen.
3. Breng uw software en aansluiting op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) op orde
Schaf de juiste gemeentelijke software aan en zorg ervoor dat u aangesloten bent op de landelijke voorzieningen van het DSO. Lees hier meer over software omgevingswet DSO. U kunt dan ook oefenen met het digitaliseren van het omgevingsplan.
4. Oefen met het opstellen van een omgevingsplan
Oefen in de software met het opstellen van de regels aan de hand van de gemaakte keuzen over uitgangspunten, structuur en insteek. De VNG biedt verschillende mogelijkheden om te oefenen met het omgevingsplan.
5. Investeer in een Plan van Aanpak en opdrachtverlening
Als de gemeente weet wat ze wil met het eerste deel van het nieuwe omgevingsplan, kan ook beter opdracht worden verstrekt aan de (stedenbouwkundige) adviesbureaus. Een keuze voor een structuur en voor open of gesloten regels, zorgt ervoor dat regels en werkingsgebieden sneller kunnen worden opgesteld.
-
Bekijk het webinar ‘Voorbereiden omgevingsplan’
-
Presentatie webinar ‘Voorbereiden omgevingsplan’
-
Vragen en antwoorden tijdens het webinar ‘Voorbereiden omgevingsplan’
-
Bekijk het Webinar ‘Opdrachtgeverschap bij het omgevingsplan’
-
Presentatie webinar ‘Opdrachtgeverschap bij het omgevingsplan’
-
Heeft u naar aanleiding van deze wegwijzer een inhoudelijke vraag? Stel uw vraag via het Informatiepunt Omgevingswet.
-
Voor ondersteuning bij dit onderwerp kunt u ook terecht bij jouw Regionale Implementatiecoach Omgevingswet (RIO)