In deze stap formuleert u de uitgangspunten voor de ontwerpfase en laat deze vaststellen.
Formuleren uitgangspunten en inwinnen advies
U stelt een ‘nota van uitgangspunten’ op. Hierin neemt u de uitkomsten van de afstemming en participatie (stap 2) op. Daarnaast kunt u uitgangspunten opnemen die volgen uit de eigen beleidsdoelstellingen of beleidsdoorwerking vanuit andere bestuursorganen en eventuele andere relevante bronnen. U kunt ook advies inwinnen bij ketenpartners en/of andere deskundigen. In de nota van uitgangspunten maakt u inzichtelijk welke input is binnengekomen en welke afwegingen zijn gemaakt.
Bij het opstellen van de uitgangspunten moet u rekening houden met de eis van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties en de instructieregels daarover van rijk en provincie.
- Lees meer over de evenwichtige toedeling van functies aan locaties (iplo.nl)
- Lees meer over de instructieregels over evenwichtige toedeling van functies aan locaties (iplo.nl)
De ‘nota van uitgangspunten’ moet aansluiten bij de gemeentelijke strategie voor de transitie van het omgevingsplan van rechtswege naar het integraal omgevingsplan (zie ook hieronder bij Technische en organisatorische randvoorwaarden). Hieruit volgen praktische keuzes over bijvoorbeeld de inhoudelijke structuur van het omgevingsplan en de functionele structuur. Deze laatste is relevant voor de toepasbare regels die u moet opstellen of wijzigen bij de omgevingsplanwijziging.
- Lees meer over het opstellen transitieplan 2024-2032
- Lees meer over de structuur van het omgevingsplan
- Lees meer over de toepasbare regels en de functionele structuur (aandeslagmetdeomgevingswet.nl)
Accorderen uitgangspunten
Het college van B en W ontvangt de nota van uitgangspunten en accordeert deze.
Afhankelijk van de situatie kan het college besluiten om de nota als raadsvoorstel te agenderen bij de gemeenteraad. Besluitvorming door de raad over de uitgangspunten kan zinvol zijn, omdat de bevoegdheid tot vaststellen (en wijzigen) van het omgevingsplan in beginsel bij de raad ligt.
Vaststellen uitgangspunten
Deze activiteit is alleen van toepassing als de gemeenteraad de uitgangspunten vaststelt.
De gemeenteraad ontvangt het raadsvoorstel voor vaststelling van de uitgangspunten voor het wijzigen van een omgevingsplan. De raad gaat hierover in debat met het college en eventuele insprekers en stelt de uitgangspunten vast.
Onderstaande randvoorwaarde is een algemene randvoorwaarde voor het kunnen nemen van wijzigingsbesluiten. Omdat deze randvoorwaarde in het bijzonder van belang is voor het formuleren van uitgangspunten, behandelen we deze (ook) hier.
De gemeente moet bedenken hoe zij de wijzigingen wil laten landen in het nieuwe deel van het omgevingsplan. Dit betekent dat u een keuze moet maken voor de structuur van het omgevingsplan. Een wijziging moet passen in deze structuur en mag er zeker niet mee conflicteren. Dit luistert nauw. Op hoofdlijnen heeft u 2 opties:
- Integrale variant: de gemeente heeft al een structuur voor ogen die past in de geest van de Omgevingswet en al voldoende is uitgekristalliseerd. De wijziging kan dan ‘landen’ in deze structuur. Deze variant heeft de voorkeur.
- Transitievariant: de gemeente heeft de structuur nog niet voldoende scherp of er zijn andere redenen om de wijziging niet direct in de uiteindelijke structuur door te voeren. Bijvoorbeeld om complexiteit te reduceren. De gemeente ‘parkeert’ de wijziging in een tijdelijk hoofdstuk van haar omgevingsplan.
We noemen deze 2 opties ook wel de ‘toepassingsvarianten’ van het wijzigen van het omgevingsplan. Geef in uw Nota van uitgangspunten aan welke variant u gebruikt.
Structuur omgevingsplan
Een wijzigingsbesluit dat is opgesteld met TAM-IMRO staat wat betreft structuur los van het nieuwe deel van het omgevingsplan. Het staat ook op zichzelf als een apart besluit. Een TAM-IMRO omgevingsplan kan meer op een bestemmingsplan lijken of juist meer op het integraal omgevingsplan.
Wat betreft de juridische regels moet het TAM-IMRO omgevingsplan aansluiten bij het tijdelijk deel van het omgevingsplan (omgevingsplan van rechtswege) en ook op de eventueel aanwezige regels in het nieuwe deel van het omgevingsplan. Met juridische bepalingen in het TAM-IMRO omgevingsplan (voorrangsbepalingen en verwijzingen) moet u ervoor zorgen dat dit op elkaar aansluit. Lees meer hierover in de Bijsluiter TAM-IMRO omgevingsplan.
Annotaties en dienstverlening
De regels in het TAM-IMRO omgevingsplan worden niet geannoteerd. Er is dus geen samenhang met de functionele structuur van het omgevingsplan en het maken van nieuwe toepasbare regels. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat dit gevolgen heeft voor de dienstverlening in het Omgevingsloket. Beschrijf de keuze en de gevolgen in uw Nota van uitgangspunten. Lees meer over de functionele structuur (iplo.nl)