VNG Magazine nummer 7, 14 april 2023
Tekst: Leo Mudde | Beeld: Mariët Mons
De drie warmste zomers sinds het KNMI in 1901 begon met meten, deden zich voor in de laatste twintig jaar: 2003, 2018 en 2022. Gemeenten zetten zich met lokale hitteplannen schrap voor de volgende hittegolf. Den Haag was een van de eerste met zo'n plan.
Het staat er letterlijk, in het Haags Hitteplan: hittestress kan dodelijk zijn. In de hittegolf van augustus 2020 overleden in Nederland ongeveer 650 mensen als gevolg van de hitte. Veertien jaar eerder waren dat er bij een hittegolf duizend. En in de warme zomer van 2018 schatte het CBS dat er per week honderd mensen meer overleden dan in een gemiddelde zomer. Daarnaast zijn er de grote aantallen mensen die klachten ondervinden als gevolg van de hitte.
Hoe groot de oversterfte van hitte in Den Haag was, is niet bekend. Het zal iets boven het landelijk gemiddelde liggen, vermoedt wethouder Mariëlle Vavier, want in grote steden wonen nu eenmaal relatief meer kwetsbare mensen, zoals dak- en thuislozen en mensen met een chronische ziekte. Ook zij horen, samen met ouderen, gehandicapten en heel jonge kinderen tot de groepen waar in hete zomers meer aandacht naar uit gaat.
Sinds 2021 heeft Den Haag een lokaal hitteplan, een uitvloeisel van het Nationaal Hitteplan (2007) waarin het RIVM organisaties, professionals en vrijwilligers die zijn betrokken bij de zorgverlening aan ouderen en chronisch zieken extra alert maakt op de komst van een langere warme periode. Zo kunnen zij passende maatregelen nemen om mensen goed te verzorgen en negatieve gezondheidseffecten beperken.
Dat klimaatverandering óók gezondheidseffecten heeft, blijft nog weleens onderbelicht in de apocalyptische berichten over de stijgende zeespiegel, meer en heftigere regenbuien, hardere stormwinden en, inderdaad, een toenemend aantal hittegolven.
De steeds vaker voorkomende hete zomers waren voor Den Haag in ieder geval aanleiding als een van de eerste Nederlandse gemeenten een lokaal hitteplan op te stellen. Met als doel ‘het beperken van de gezondheidsrisico’s als gevolg van langdurige hitte voor kwetsbare Hagenaars’. Het is vooral bedoeld, zegt Vavier, om de lokale partners, het maatschappelijk middenveld, goed te betrekken. ‘Om met elkaar dezelfde dingen te doen, te weten wat je aan elkaar hebt en hoe je elkaar kunt vinden.’
Er zijn veel mensen aan wie zo’n landelijke hittecampagne gewoon voorbijgaat
Eigenlijk is het toch best logisch wat je moet doen bij hitte. Is het echt nodig om zo’n lokaal hitteplan op te tuigen?
‘Je zou inderdaad denken dat het vanzelfsprekend is dat je veel moet drinken en niet in de volle zon moet gaan zitten, zeker niet op het midden van de dag. Toch zijn er veel mensen die dat niet doen of daar niet over nadenken, of aan wie zo’n landelijke hittecampagne gewoon voorbijgaat. Dan is een lokale versie nuttig en nodig om de hele stad te bereiken, te beginnen bij met de meest kwetsbaren. Het helpt als je dan een plan hebt waarin in ieder geval de zorgorganisaties en de organisaties die contacten hebben met onze oudere inwoners, zijn meegenomen.’
U had dit ook aan de GGD kunnen overlaten.
‘We hebben het hitteplan samen met de GGD gemaakt. Maar het is belangrijk om je als gemeente zo scherp mogelijk op je eigen lokale veld te richten. Zeker als je iets breder kijkt dan alleen naar de maatschappelijke instellingen, is het goed om als gemeente hierin voorop te gaan.’
Sommige groepen zijn notoir lastig te bereiken: laaggeletterden, anderstaligen, mensen in achterstandswijken. Daar zitten veel kwetsbaren tussen.
‘Daar houden we rekening mee. Wij communiceren in principe in het Nederlands en Engels, maar ook in het Arabisch en in delen van de stad waar veel Oost-Europese arbeidsmigranten wonen bijvoorbeeld ook in het Pools of Bulgaars. Daarnaast hebben we natuurlijk contact met het formele netwerk – zorgorganisaties, welzijnsinstellingen, bibliotheken – maar ook met het informele netwerk met bijvoorbeeld kerken, levensbeschouwelijke instellingen en vrijwilligersorganisaties. Tijdens de coronapandemie was dat heel effectief om de vaccinatiegraad te verhogen, en nu ook om onze armoederegelingen onder de aandacht te brengen. Met hen gaan we ook het gesprek aan over het hitteplan, wanneer dat noodzakelijk is. Maar dan nog zal het altijd zo zijn dat je niet iedereen bereikt. We hebben ervaringen opgedaan met korte filmpjes, animaties. Op advies van vrijwilligersorganisaties in de Schilderswijk zijn we filmpjes gaan maken die heel gemakkelijk via WhatsApp konden worden verspreid. We hebben daar nog niets over besloten, maar ik kan me voorstellen dat we dat ook met het hitteplan gaan doen.’
Voor de communicatie is het beter om aan te sluiten bij de hittegolven
Wanneer treedt het Haags Hitteplan in werking?
‘Het ligt voor de hand dat te doen wanneer er daadwerkelijk een hittegolf is volgens de criteria van de KNMI. Vorig jaar was er één hittegolf, maar we hebben het hitteplan toen twee keer gebruikt. Ik zie wel een parallel met onze winterkouderegeling; de opvang gaat open zodra de gevoelstemperatuur onder het vriespunt daalt. De vier grote steden hebben ook met elkaar afgesproken dat we die regeling ook uit de kast pakken bij hevige storm of regen. Die gevoelstemperatuur zou ook een criterium kunnen zijn voor de inwerkingtreding van het hitteplan. Maar voor de communicatie is het beter om aan te sluiten bij de hittegolven, dan weten mensen ook waar ze aan toe zijn.’
Den Haag was koploper met zijn lokale hitteplan, wat adviseert u andere gemeenten die nog niet zover zijn?
‘De belangrijkste vragen die je moet stellen zijn: hoe bereiken we onze kwetsbare inwoners en hoe organiseren we het zonder elkaar voor de voeten te lopen? Je moet je lokale campagne op orde hebben. We weten dat de landelijke campagne niet iedereen bereikt, dus zorg ervoor dat je je lokale instrumenten klaar hebt: wat past bij jouw stad, aan welke vormen van communicatie zijn jouw inwoners gewend? Wij hebben de afgelopen winter bijvoorbeeld een aparte lokale campagne gevoerd om onder de aandacht te brengen dat mensen niet alleen subsidie konden krijgen voor zonnepanelen, maar ook voor isolatiematerialen. Als een gemeente een herkenbaar, zichtbaar smoel heeft, slaat dat veel eerder aan dan een landelijke campagne.’
Als elke gemeente straks een lokaal hitteplan heeft, is het Nationaal Hitteplan dan nog wel nodig?
‘De rijksoverheid en met name de minister van Volksgezondheid heeft wel een verantwoordelijkheid om dit te organiseren. Het is heel goed om daar als gemeente op aan te sluiten, want zo’n rijkscampagne doet wel veel. Dat hebben we ook gezien met de energietoeslag, dat was vooral een landelijke campagne waardoor wij een flink bereik onder onze inwoners konden realiseren.’
Ligt een lokaal koudeplan ook niet voor de hand?
‘Dat hebben we. Vorig jaar hebben we dat voor het eerst ingezet, ook naar aanleiding van de energiecrisis en de stijgende gasprijzen waardoor veel mensen hun verwarming niet meer durfden open te draaien. Toen hebben we het winterkoudeplan in werking gezet en in de stad warmtekamers geopend waar mensen naartoe konden.’
Wie is...
Mariëlle Vavier is sinds 27 september 2022 wethouder (volksgezondheid) in Den Haag. Daarvoor zat ze vier jaar voor GroenLinks in de Haagse gemeenteraad.