De GGD Rotterdam-Rijnmond en de uitvoeringsorganisatie Rogplus pakten samen een onderzoek op naar misstanden bij een zorgaanbieder. Een pilot die veel (inzichten) opleverde.
15 februari 2022
Tijdens de online regiobijeenkomsten Tools voor Toezicht van dit voorjaar gaan Yuksekyildiz en Lakhi in een interactieve workshop in op deze samenwerking. In dit artikel geven ze alvast een uitgebreide impressie. De inschrijflinks voor de bijeenkomsten vindt u onderaan dit artikel.
Zowel de GGD Rotterdam-Rijnmond als Rogplus, uitvoeringsorganisatie van de gemeenten Maassluis, Schiedam en Vlaardingen, ontvingen signalen over misstanden bij een pgb-aanbieder van beschermd wonen in Schiedam. Onder meer over de woonsituatie van de 9 cliënten, de kwaliteit van de zorg en belangenverstrengeling. Muzaffer Yuksekyildiz, toezichthouder kwaliteit bij de GGD, en Stefan Lakhi, toezichthouder rechtmatigheid Wmo bij Rogplus, besloten de handen ineen te slaan. In het verleden stemden ze al onderzoeken met elkaar af, maar dit was de eerste keer dat ze samen op pad gingen.
Opzet en aanpak
Dat de keuze op dit onderzoek viel had verschillende redenen: beschermd wonen kent relatief veel risico’s, cliënten zijn zeer kwetsbaar en de aanwezigheid van pgb’s is bij deze doelgroep extra risicovol. ‘Bovendien zag ik veel misstanden in een onderzoek naar beschermd wonen dat ik medio vorig jaar afrondde’, vertelt Lakhi. ‘Samenwerking met een kwaliteitstoezichthouder is dan eigenlijk onmisbaar.’ Yuksekyildiz beaamt dit. Zijn GGD nam niet voor niets een pilot voor een dergelijke samenwerking op in het jaarplan voor 2021.
‘We moeten het gewoon gaan doen’, vonden ze allebei. Met als doel om te leren en nieuwe inzichten te verkrijgen. Om het onderzoek behapbaar te houden besloten ze terug te gaan tot 1 januari 2021. ‘Anders blijf je maar stukken opvragen’, verduidelijkt Lakhi.
Signalen waren er in ieder geval genoeg. Zoals een cliënt die klaagde over de zorgkwaliteit, 6 cliënten in een gezinswoning waar er maximaal 2 zijn toegestaan en signalen dat de vertegenwoordiger van een aantal cliënten uit het netwerk van de aanbieder kwam.
Voorbereiding van het onderzoek
Al voor de zomervakantie van 2021 bereidden ze het onderzoek grondig voor. Lakhi: ‘We voerden gesprekken over de signalen, maakten de vragenlijsten en de planning in orde en ik deed alvast wat vooronderzoek op cliëntniveau. Zoals facturen opvragen bij de SVB, indicaties en zorgovereenkomsten verzamelen.’ ‘De laatste week van augustus gingen we samen onaangekondigd op bezoek’, vervolgt Yuksekyildiz. ‘We deden een schouw van de locatie en spraken kort met cliënten. Een week na dit bezoek volgden de gesprekken met cliënten, medewerkers en – als laatste – de bestuurder.’
Raakvlak doelmatigheid
Yuksekyildiz vertelt dat ze gecombineerde vragenlijsten gebruikten. 1 voor de gesprekken met cliënten, 1 voor de medewerkers en 1 voor bestuurders. Gaandeweg bleek dat kwaliteit en rechtmatigheid met het oog op het doel en de rapportage toch andere input behoeven. ‘Om de rechtmatigheid te kunnen beoordelen stelt Stefan meer detailvragen aan cliënten’, geeft Yuksekyildiz als voorbeeld. Lakhi: ‘Ik vraag onder meer of ze overeenkomsten of declaraties echt zelf hebben ondertekend. En is er 2 uur gedeclareerd, dan wil ik zeker weten dat die zorg is geleverd en geregistreerd. Ook wil ik weten wat er dan precies is geleverd en hoe dat bijdraagt aan de doelen. Lees ik in een voortgangsverslag dat een cliënt om 10 uur wakker werd en toen een sigaretje heeft gerookt, dan is dat echt te weinig.’ Yuksekyildiz: ‘Wij kijken meer naar de inhoud van het plan en de samenhang met het netwerk. Zijn er van een cliënt bijvoorbeeld maar 5 rapportages van de laatste maanden, dan slaan wij daarop aan. We willen weten welke zorg is geleverd en op welke manier dat heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van een cliënt.’ ‘Het raakvlak zit echt op het doelmatigheidsgedeelte’, vindt Lakhi. ‘En we vulden elkaar daarin heel organisch aan’, vindt Yuksekyildiz. ‘Elkaar leren kennen en vertrouwen is daarbij belangrijk.’
Samenwerking als DNA-streng
Het onderzoek leidde tot inzicht in elkaars processen. ‘Na het vooronderzoek, het onderzoek op locatie en een paar gesprekken kon Muzaffer al beginnen aan zijn rapportage’, constateert Lakhi. ‘Ik moet eerlijk bekennen dat ik toen wel druk voelde om ook iets te leveren.’ ‘Dat was voor ons weer een leerpunt’, zegt Yuksekyildiz. ‘Wij kijken meer op organisatieniveau en hebben minder diepgaande informatie nodig om tot een oordeel te komen. Stefan richt zich meer op cliënten en moet op detailniveau onderzoek doen om onrechtmatigheden juridisch houdbaar te onderbouwen. Interviews, documenten verzamelen, vergelijken, samenvatten naar cliëntniveau en dan conclusies trekken. Dat kost bij pgb-onderzoeken gewoon meer tijd.’
In het verlengde hiervan was het voor beiden een eyeopener dat ze als 1 partij naar binnen gingen, maar zich eenmaal buiten toch richtten op hun eigen onderzoeken. ‘Ik zie het als een DNA-streng’, visualiseert Stefan dit proces. ‘We doen samen de voorbereiding, gesprekken, data-analyse en rapportage. Tussen die fasen door focussen we elk op ons eigen onderzoek. Natuurlijk hebben we dan wel contact met elkaar en wisselen we informatie uit als dat nodig is.’
Gezamenlijke rapportage
Ook het opstellen van de rapportage was een ontdekkingsreis. De standaard van de GGD fungeerde als onderlegger met een extra hoofdstuk en ruimte voor rechtmatigheid. Yuksekyildiz: ‘Onze werkwijze daarbij is dat we de aanbieder de kans geven om de geconstateerde ‘gebreken’ te herstellen. Normaal gesproken krijgt een aanbieder daar 6 maanden de tijd voor.’ ‘Maar ja’, zegt Stefan, ‘opzettelijke onrechtmatigheden zijn echt een no-go. Een vervolgonderzoek moet aantonen of er opzet in het spel is en of de zorgaanbieder een tweede kans krijgt.’
De oplossing vonden ze in het opknippen van het verbetertraject. ‘Meer instrumenten hadden we niet omdat de gemeente geen handhavingsbeleid heeft om deze aanbieder maatregelen op te leggen, zag Yuksekyildiz. ‘In totaal legden we maar liefst 26 verbetermaatregelen op. Voor de 8 meest urgente maatregelen – op het gebied veilig en rechtmatigheid – verlaagden we de hersteltermijn naar 4 weken.’ ‘Dat ging om zaken als het ontbreken van diploma’s, het inzetten van vrijwilligers als nachtwakers, de afwezigheid van een calamiteitenplan, belangenverstrengeling bij het beheer van pgb’s en het gebruik van gekopieerde handtekeningen’, licht Lakhi toe.
Waarborgen zorg
‘Wat we het meest schokkend vinden in deze zaak? Dat de bestuurder en de zorgmanager aangaven geen benul te hebben van de situatie binnen hun organisatie en van de onveilige situatie voor de cliënten’, geeft Yuksekyildiz aan. ‘En dat het kon gebeuren dat alle urenregistraties domweg werden gekopieerd’, gaat Stefan verder. ‘Laten we eerlijk zijn, het gaat allemaal ten koste van de cliënten die afhankelijk zijn omdat de aanbieder hun ook een dak boven hun hoofd biedt. Maar met goede zorg en ondersteuning en een degelijke structuur hadden veel van de cliënten nu een veel beter perspectief gehad.’
Vanuit Rogplus worden inmiddels 2 panden gehuurd waar een inmiddels failliete aanbieder uit een eerder onderzoek zorg verleende. Andere zorgaanbieders kunnen daar de zorg voor de Schiedamse cliënten voor hun rekening nemen. Lakhi: ‘Het rechtmatigheidsonderzoek naar deze aanbieder loopt nog, maar ongeacht de uitkomsten, laten we onze cliënten natuurlijk niet in de kou staan.’