Het was absoluut nuttig, die Leercirkel Beschermd Thuis, vinden Marianne Eerkes (beleidsontwikkelaar Wmo gemeente Kampen) en Philip Schudel (procescoördinator Beschermd Wonen, GGD IJsselland). Ondanks dat een enkeling zich door een te hoge workload zich genoodzaakt zag voortijdig af te haken.
Marianne voelt zich vanuit eerdere werkervarigen erg betrokken bij dit onderwerp. Ze stak dan ook behoorlijk wat extra uren in haar deelname aan de Leercirkel. Philip weet nog goed hoe het in 2015 ging met de overgang van de AWBZ naar de Wmo en Wlz. 'Dat was één grote chaos. Er werden geen beschikkingen meer afgegeven, er kwamen enorme excellijsten van zorgkantoren en voor cliënten ontstond vooral veel onzekerheid over pgb-gelden en wie waar terecht kon.'
Overvolle agenda’s
Als het aan Philip ligt gaan we het bij deze doordecentralisatie beter doen. Zo’n Leercirkel kan daar bij helpen. 'Het was ook erg interessant om te zien hoe het hier en daar in den lande gaat. Dat geeft stof tot nadenken.' Deelnemers aan de Leercirkel gingen in verschillende werkgroepen aan de slag. Philip in de werkgroep ‘Ondersteunning en zorg, op- en afschalen’ en Marianne in de werkgroep ‘Doelgroep en randvoorwaarden’. Het leverde iedereen een scherper beeld op van waar gemeenten in deze transitie tegenaan (kunnen) lopen en de enorme verschillen tussen grotere en kleinere gemeenten.
Uitdaging
Een kleine gemeente als Westerveld, zo’n 60 km van Kampen, telt in totaal bijvoorbeeld maar 5 cliënten in een gebied van 283 km2. In Kampen wonen verspreid over niet meer dan 83 km2 maar liefst 70 cliënten. Voor zo’n uitgestrekte ‘kleine’ gemeente is het dan wel een uitdaging de benodigde zorg goed te regelen.
'Niet elke gemeente heeft alle specialistische zorg in huis', weet ook Philip. “Dan moet je al snel weer naar een grotere gemeente. Je kunt wel zeggen: ‘We gaan Beschermd Thuis aanbieden’, maar kunnen we dat? Hebben we de aanbieders, de woonruimte? En kunnen we 24/7 binnen een half uur de zorg aanbieden die iemand nodig heeft?'
Verschillen in visie
'Veranderingen gaan altijd met horten en stoten', weet Philip. En ook het huidige stelsel loopt in de praktijk tegen talloze problemen aan. Als voorbeeld noemt hij het convenant landelijke toegankelijkheid dat regelmatig met voeten getreden wordt. 'We hebben bijvoorbeeld wel mensen met bindingen in de Randstad, maar als het daar vol is, dan kan de handreiking ook niet altijd nageleefd worden. Dan krijgen die mensen te horen dat ze daar de afgelopen 2 jaar niet gewoond hebben en moeten ze maar elders hulp zien te krijgen.'
Marianne: 'Overal is een tekort aan woningen. En gemeenten proberen wel afspraken met woningcorporaties te maken, maar er zijn meer aandachtsgroepen, zoals statushouders en arbeidsmigranten; veel gemeenten kampen met personeelstekorten. Daarnaast zie ik ook verschillen in visie, in hoe gemeenten tegen deze doordecentralisatie aankijken. Sommige gemeenten zien Beschermd Thuis als een product, maar in de doordecentralisatie gaat het mijns inziens om de beweging van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis en dus om een proces.'
Veel op het bordje
'Ik snap wel dat een aantal vooral kleinere gemeenten eigenlijk helemaal niet zit te wachten op deze doordecentralisatie' zegt Philip. “Maar het grote voordeel is wel dat als elke gemeente voor haar eigen inwoners verantwoordelijk is, je dichter bij staat en die inwoner maar met één loket te maken heeft. Je moet dus eerst met alle verschillende zorgpartijen goed scherp krijgen wat de mogelijkheden zijn en de dekkingsgraad en dan goed samenwerken in de regio.'
'Het is belangrijk dat we dit goed doen', zegt ook Marianne. 'Er moet veel gebeuren om het goed georganiseerd te krijgen. Onderschat niet wat dit allemaal voor gemeenten betekent. Er ligt erg veel op het bordje van de gemeenten en we zijn gewoon ook afhankelijk van bijvoorbeeld de woningmarkt en wat de zorgpartijen kunnen bieden.'
De VNG herkent deze zorg. Een zorg die ook Mariannes woorden illustreert dat de hele doordecentralisatie een proces is dat in kleine (financiële) stapjes gaat. Op die manier kunnen gemeenten er ook naar toe groeien. In de Norm voor Opdrachtgeverschap hebben gemeenten afspraken gemaakt over de wijze waarop zij in de regio samen werken en ontwikkelen. Het transitieteam kan ondersteunen waar gemeenten daar zelf niet goed uitkomen.