VNG Magazine nummer 4, 5 maart 2021

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Jiri Büller

Corona raakt iedereen, maar kinderen zijn extra kwetsbaar. Dan helpt het als je al een beleid hebt waarin het belang van kinderen altijd leidend is. Wethouder Nadya Aboyaakoub over het kinderrechtenverdrag als het moreel kompas van Nijkerk.
 

Nadya Aboyaakoub

‘We willen dat Nijkerkse kinderen en jongeren opgroeien in een veilige omgeving met een goed sociaal netwerk.’ Dat is de ondertitel van het meerjarenprogramma Een kind- en gezinsvriendelijke gemeente. Zowel die veilige omgeving als dat sociale netwerk stond het afgelopen jaar door corona onder druk. Dat was in Nijkerk niet anders. De scholen gingen dicht. Het netwerk – de sportclub, de docent, de chillplek – ging op zwart. Hoe hou je, als wethouder Jeugd, dan vast aan je ambitie om kinderen mentaal en fysiek gezond te houden, ontplooiingskansen te bieden? Hoe laat je ze ‘meedoen’, als scholen en verenigingen sluiten? Kortom, hoe zorg je ervoor dat gewone kinderen geen kwetsbare kinderen worden?
Die laatste term zal wethouder Nadya Aboyaakoub van PRO21, een lokaal samenwerkingsverband van D66, PvdA en GroenLinks, nooit gebruiken. Zij spreekt consequent van ‘kinderen in kwetsbare situaties’. Nijkerk hanteert eigenwijs z’n eigen terminologie. De leerplichtambtenaar heet daar de ‘consulent leerrecht’. Kinderen hebben in de eerste plaats recht op onderwijs, dat is positiever, legt Aboyaakoub uit. ‘Ze moeten dat recht natuurlijk wel verzilveren, willen ze later kansen hebben in het leven.’

Via een schermpje iemand geruststellen, lukt niet altijd

Wat heeft corona met de gezinnen van Nijkerk gedaan?
‘Gezinnen die voor de crisis een zesje of een zeventje scoorden, haalden nu ineens een onvoldoende. De euforie van de eerste golf – “we komen hier samen wel doorheen” – is nu wel voorbij. De lange adem wordt op de proef gesteld, vooral als je nog steeds geen baan hebt. Van fysieke keukentafelgesprekken gingen we naar online. Via een schermpje iemand geruststellen, lukt niet altijd. Dus we doen nog steeds huisbezoeken als dat nodig is. Mensen hebben soms gewoon iemand nodig. Juist nu hun cocon heel klein is geworden, is het belangrijk dat je even in hun leefwereld stapt om wat structuur te brengen en te kijken wat er écht nodig is. Gemeente, onderwijs en onze mensen van het gebiedsteam trekken daarin samen op.’

Er zijn zorgen over de gevolgen van corona voor kinderen: ze zouden achterstand op school oplopen, depressief worden, slachtoffer van huiselijk geweld. 
‘Dit is niet de allerfijnste tijd om op te groeien. De situaties waarin kinderen floreren, zijn weggevallen. Geen school, geen feestjes, geen vakantie. Het is voor veel kinderen ook een angstige tijd. Corona is natuurlijk eng en als er iemand overlijdt of je oma in het ziekenhuis ligt, komt het erg dichtbij. Als gemeente hebben we elke twee weken afstemming met het onderwijs en kinderopvang. Waar lopen zij tegenaan? Achterlopen op school kan voor kinderen en hun ouders aanvoelen als falen. Dan moeten wij, de systeemwereld, helpen. Niet alleen kijken naar het onderwijs, maar ook naar de thuissituatie. Overigens zie ik ook lichtpuntjes: kinderen die op school werden gepest, waren daar eindelijk van verlost. Dus er zijn ook kinderen die sociaal-emotioneel zijn gegroeid.’

Nijkerk staat bekend als een stabiele, hechte gemeente. Heeft het vangnet van die gemeenschap gewerkt?
‘Wij hebben gemerkt dat echtscheidingen in coronatijd wel een belangrijke factor waren voor de problemen bij kinderen. We hebben al jaren te maken met veel echtscheidingen, Nijkerk is daar geen uitzondering op. We zien ook een toename van huiselijk geweld, daar zijn we allemaal op gespitst. Als er in het weekend of ’s avonds iets gebeurt, krijgt onze consulent leerrecht dat te horen van de politie. Hij geeft dat signaal vervolgens door aan de school. De leerkracht kan dan, zonder te weten wat er precies is gebeurd, rekening houden met dat kind in de klas. Dat systeem hadden we net opgestart toen de lockdown inging. Toch hebben we gezegd: we moeten die signaleringsfunctie vasthouden. Gelukkig is het nog maar één keer gebeurd. Wat niet wil zeggen dat we alles in beeld hebben. Er zullen altijd kinderen onder de radar blijven. Kinderen zijn heel loyaal naar hun ouders en willen niet de vuile was buiten hangen. We blijven daar heel sensitief voor. Onze gebiedsteams proberen op een zachte manier de ondersteuning via de school voor elkaar te krijgen. Dwang en drang liggen gevoelig, dus we moeten daar zorgvuldig mee omgaan. Want de behoefte is er.’

Om hulp vragen is een drempel voor veel ouders.
‘Mensen komen er inderdaad niet graag voor uit dat ze financieel krap zitten of in aanmerking komen voor een regeling. Ik ben heel blij dat we hier een gezin hebben dat er gewoon over praat, ook met de media. Die moeder vertelt dat ze heel blij is met de hulp van de gemeente. Zij maakt het bespreekbaar, waardoor de hulpvraag voor anderen een minder grote stap wordt.’

Zijn we bezig met kansen pakken, of zijn we kansen aan het afpakken?

Het college van Nijkerk is politiek heel divers samengesteld. U heeft dit stevig op de agenda gezet. Hoe houdt u de collega’s betrokken?
‘In een gemeente moet je intern samenwerken om elkaar beter te maken en te versterken. Dus ook over je eigen politieke schaduw heen kijken, de krachten bundelen. Het Kinderrechtenverdrag is ons moreel kompas en beleidskader. Maar om dat ook recht te kunnen doen, heb ik mijn collega’s nodig. Dat geldt ook voor de ambtenaren. De ambtenaar Wonen moet de ambtenaar Werk en inkomen gemakkelijk kunnen vinden. We moeten integraal naar kinderen kijken. Als de burgemeester van de politie iets hoort over huiselijk geweld, is het wel handig als ik daar ook van weet, want er zijn kinderen bij betrokken.’

Ik kan me voorstellen dat ook uw gemeente financiële keuzes moet maken. Dat kan ten koste gaan van de jeugd.
‘Op het sociaal domein moeten wij 2,6 miljoen euro bezuinigen. Het  leerlingenvervoer wordt bijvoorbeeld als maatwerkoplossing gevraagd. Dan is er wel overleg nodig met de collega die daarover gaat omdat daar ook een financiële uitdaging ligt. Door met elkaar in gesprek te blijven over het belang van het kind en wat ouders of het netwerk zelf kunnen, kom je al ver. Uiteindelijk is ons jeugdbeleid gebaseerd op de kinderrechten: we moeten ervoor zorgen dat kinderen niet in een kwetsbare positie komen. Vroeger heette dat positief jeugdbeleid: ervoor zorgen dat de openbare ruimte, sport en cultuur, onderwijs, bibliotheek goed geregeld is voor die 90 tot 95 procent van de jeugd die geen problemen heeft. Als die basis in orde is, hou je de meesten van hen gezond en vitaal.’

Is de Nijkerkse jeugd gelukkig?
‘Als ik zie wat wij hier te bieden hebben, en afgezien van corona, denk ik: ja, meer dan 90 procent van onze jeugd is gelukkig. Wij zien de problemen, maar we proberen met onze structuur daarop in te spelen. Dat betekent je partners, het onderwijs en de kinderopvang, heel dicht bij je houden. Maar het is niet alleen maar school, er is ook nog een normaal leven daarnaast, op straat, op de sportclub. Ook die structuur moeten we met z’n allen goed in de gaten houden. Uiteindelijk moet de belevingswereld van kinderen altijd leidend zijn, niet de systeemwereld waar de gemeente deel van uitmaakt. Als de systeemwereld dicteert dat je iets moet doen ten koste van dingen die moreel goed zijn voor de jeugd, dan raak je de kinderen kwijt. Als gemeente moet je je altijd afvragen: zijn we bezig met kansen pakken, of zijn we kansen aan het afpakken? Ben ik hier om mijn organisatie in stand te houden, of ben ik bezig voor de kinderen?’

Wie is...

Nadya Aboyaakoub (PRO21) is sinds september 2015 wethouder in Nijkerk (o.a. Jeugd, Jeugdzorg, Onderwijs en Coördinatie sociaal domein) en lid van de VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs.