VNG Magazine nummer 7, 6 mei 2022
Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Phil Nijhuis
Het bouwproces van sociale huurwoningen kan sneller, bijvoorbeeld door de komst van een landelijk toetsingsorgaan voor prefabwoningen. Daarvoor pleit voorzitter Martin van Rijn van Aedes, de koepel van woningcorporaties.
Hoe kan zo’n landelijk orgaan helpen?
‘Als je kijkt naar het hele bouwproces, van eerste idee tot de oplevering van de woningen, dan zie je dat er ontzettend veel tijd zit in de voorbereiding. Dan gaat het om de bestemmingsplannen en de vergunningsprocedures. We moeten met z’n allen kijken hoe we deze tijd kunnen verkorten. We zien veel mogelijkheden in conceptueel of prefab-bouwen. De woningen worden dan in de fabriek gebouwd. De woningbouwopgave is enorm, we moeten sneller, slimmer en goedkoper bouwen. Dit is een van de sleutels. En omdat prefabwoningen in de fabriek worden gebouwd, is er ook minder vervuiling van bijvoorbeeld stikstof. Vaak zijn woningen ook duurzamer doordat er bijvoorbeeld met hout gebouwd wordt. Het probleem is alleen dat gemeenten ieder voor zich bepalen of zo’n standaardwoning veilig is. Dat kan sneller, door te zeggen: eenmaal getoetst, is altijd getoetst. Het kan een landelijke autoriteit zijn, zoals de RDW die de autokeuringen doet, maar gemeenten kunnen ook samen één toetsingsorgaan oprichten. Het is een pragmatische oplossing, iedereen snapt dat het zo sneller, beter en goedkoper kan.’
Wat verwacht u van gemeenten?
‘Gemeenten en woningcorporaties zijn nauwe alliantiepartners, gezien de grote maatschappelijke opgaven van dit moment is die samenwerking meer dan ooit nodig. We moeten samenwerken om de leefbaarheid in de wijken te vergroten en om genoeg betaalbare woningen te bouwen. De komende jaren moeten er één miljoen woningen bij komen. Pak ’m beet een derde daarvan is voor de corporaties, we moeten overal een woningvoorraad hebben van 30 procent betaalbare sociale huurwoningen. Dat is ontzettend van belang voor de mensen die het niet zo breed hebben. Dat betekent dat corporaties en gemeenten moeten samenwerken. Daarbij worstelt iedereen met tekorten op de arbeidsmarkt, we hebben handjes nodig. Samenwerken is een goede methode om dat te doen en om innovaties voor elkaar te krijgen.’
Bent u niet bang voor eenheidsworst, als overal in het land dezelfde fabriekswoningen worden gebouwd?
‘Ha, die kritiek is er ook op de huidige nieuwbouwwijken. De kwaliteit van prefabwoningen neemt echt toe, we moeten af van het idee dat het containers zijn, of legowoningen. Er is niets mis mee. En er is een veelheid aan dit soort woningen. Ze zijn nog relatief nieuw, dus we moeten wennen aan het idee dat dit een andere manier van werken is. Maar we krijgen er ervaring mee, we zien een toenemende belangstelling voor dit type woningbouw.’