VNG Magazine nummer 10, 2 juni 2023
De regio is hot. Er was in maart het rapport Elke regio telt! van Rli, ROB en RVS, over regionale ongelijkheid bij het toedelen van rijksinvesteringen. Dat rapport vindt in Den Haag en in het land veel weerklank en inmiddels is zelfs de premier actief pleitbezorger van regionale belangen.
En ook in een tweede vorm klinkt de regio door. Steeds meer voorzieningen worden ‘belegd’ in de regio. Of het nu gaat om zorg (IZA), gezondheid (GALA), wonen (Hugo de Jonge) of energie (RES), overal gaat de blik naar de regio voor de aanpak van problemen. Daar is veel voor te zeggen, want regionale samenwerking is potentieel een ideale combinatie van lokale nabijheid en bovenlokaal overzicht.
Een regio werkt alleen goed als de leden niet het eigen nut maximaliseren
De run op de regio roept voor gemeenten de vraag op of ze goed met regionale arrangementen omgaan: hebben gemeenten een strategie om regionale samenwerking optimaal te benutten? Cruciaal is dan de vraag wat optimaal betekent in een context van samenwerking. Dat luistert nauw. Wie in de regio het motto hanteert van win zoveel mogelijk kan op korte termijn winst boeken, maar draait op de langere termijn de regio de nek om. Een regio werkt alleen goed als de leden niet het eigen nut maximaliseren, maar het welbevinden van het geheel laten prevaleren. Een regio is een ecosysteem dat alleen duurzaam bloeit als je het niet overvraagt, zoals de Amerikaanse politiek econoom Elinor Ostrom in haar boek Governing the Commons beschrijft.
Ook een tweede motto is voor regionale samenwerking fnuikend: bemoei je niet met mij, dan bemoei ik me niet met jou. De gemeente laat de regio met rust, als de regio zich niet met de gemeentelijke taken inlaat. Dus geen actieve deelname, ook geen kritiek, en in ruil daarvoor ook geen bemoeienis van de regio met problematiek in de gemeente. Dan is er weliswaar weinig gedoe, maar gebeurt er ook niks productiefs.
Voor een bloeiende regionale samenwerking zijn bestuurders en volksvertegenwoordigers nodig die de regio besturen als een common, dus als een gemeenschappelijk goed. De common levert voor alle betrokkenen meerwaarde, zolang niemand overvraagt en de duurzaamheid van het gemeenschappelijk goed centraal staat. Dat is een delicate balans die de toekomst van regionale verbanden bepaalt. En, omdat regionale verbanden bepalend zijn voor de grote vragen van onze tijd, is die balans cruciaal. De regio als redding, voor de vele vragen die we zelf niet kunnen oplossen.
Of, zoals Van Kooten en de helaas overleden De Bie het ooit mooi zeiden: samen, voor ons eigen.
Martijn van der Steen is co-decaan van de NSOB en bijzonder hoogleraar aan de EUR, steen@nsob.nl